ECLI:NL:RBMNE:2023:4591

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
UTR 23/2889-2
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake ontheffing voor het beschieten van wolven met een paintballgeweer

Op 27 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting De Faunabescherming en het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland. De zaak betreft een voorlopige voorziening die eerder was getroffen op 13 juli 2023, waarbij een ontheffing voor het beschieten van wolven met een paintballgeweer was geschorst. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om deze schorsing op te heffen.

De aanleiding voor de schorsing was een ontheffing die op 27 oktober 2022 door de gedeputeerde staten was verleend, welke ontheffing in stand was gebleven na een beslissing op bezwaar op 26 april 2023. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 13 juli 2023 de ontheffing en de beslissing op bezwaar geschorst, en verwees naar deze eerdere uitspraak voor de overwegingen.

Tijdens de zitting op 27 juli 2023 heeft het college verzocht om de schorsing op te heffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. Tevens heeft de voorzieningenrechter een beslissing genomen over de proceskosten en het griffierecht. Verzoekster, Stichting De Faunabescherming, heeft recht op vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 837,-, en het griffierecht van € 365,-, die door het college aan verzoekster moeten worden vergoed.

De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, voorzieningenrechter, en mr. P.J. Naus, griffier, en is op 27 juli 2023 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2889-2
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 juli 2023 in de zaak tussen

Stichting De Faunabescherming, uit Amstelveen, verzoekster

(gemachtigde: mr. B.N. Kloostra),
en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, verweerder

(gemachtigde: mr. J.S. Kramer).
Als derde-partijen nemen aan de zaak deel:
1.
provincie Gelderland(gemachtigde: mr. J.S. Kramer);
2.
Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe
(gemachtigden: mr. E.A. Bavinck en mr. J. van Es).
Partijen worden hierna de Faunabescherming, het college, de provincie en de Stichting genoemd.

Beslissing over de ordemaatregel

1. Gedeputeerde staten hebben op 27 oktober 2022 een ontheffing verleend voor het met een paintballgeweer mogen beschieten van wolven die afwijkend gedrag vertonen. Deze ontheffing is met de beslissing op bezwaar van 26 april 2023 in stand gebleven. Met de uitspraak van 13 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank de ontheffing en de beslissing op bezwaar – bij wijze van een ordemaatregel – geschorst. [1] Voor de aanleiding en de overwegingen voor het treffen van de ordemaatregel verwijst de voorzieningenrechter naar die uitspraak.
2. Het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening zijn op 27 juli 2023 op een zitting behandeld. Het college heeft de voorzieningenrechter gevraagd om de voorziening zoals die is getroffen met de ordemaatregel van 13 juli 2023 op te heffen. De voorzieningenrechter heeft in dit verzoek echter geen aanleiding gezien om de schorsing van het bestreden besluit en de ontheffing ambtshalve op te heffen. [2]
3. Gelet op de uitspraak van 13 juli 2023 moet de voorzieningenrechter nog een beslissing nemen over het verzoek om proceskosten en het griffierecht.
4. Omdat het verzoek om voorlopige voorziening bij de uitspraak van 13 juli 2023 is toegekend, heeft verzoekster recht op vergoeding van de proceskosten die zij in verband met dit verzoek heeft moeten maken. De voorzieningenrechter stelt de proceskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde van € 837,- en een wegingsfactor 1). Het college moet dit bedrag aan verzoekster vergoeden.
5. Het college moet ook het griffierecht van € 365,- aan verzoekster vergoeden. [3]

Beslissing

De voorzieningenrechter:
 veroordeelt het college in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 837,-;
 draagt het college op om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 365,- te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, voorzieningenrechter, en mr. P.J. Naus, griffier. De beslissing is op 27 juli 2023 in het openbaar uitgesproken.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen de uitspraak in de voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Uitspraak van 13 juli 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3478.
2.Op grond van artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 8:82, vijfde lid, van de Awb.