Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 februari 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Verweerder moet alsnog een besluit nemen
Bestuurlijke dwangsom
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 3 februari 2023, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had op 29 maart 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiser heeft op 16 maart 2022 een ingebrekestelling ingediend, voordat de beslistermijn op 29 maart 2022 was verstreken. De rechtbank oordeelt dat, ondanks dat de ingebrekestelling 'te vroeg' was, het beroep ontvankelijk is omdat de beslistermijn met 10 maanden is overschreden. De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst inmiddels 56.000 aanmeldingen heeft ontvangen, wat leidt tot vertraging in de afhandeling van zaken.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om binnen twaalf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 50,-. De rechtbank wijst erop dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend, omdat er geen voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn gemaakt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.