In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juni 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De Raad voor de Kinderbescherming had op 24 mei 2023 een verzoek ingediend voor een ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van twaalf maanden, evenals een verzoek voor een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Tijdens de zitting op 6 juni 2023, waar de ouders niet aanwezig waren, bleek er onduidelijkheid te zijn over het intrekken van het verzoek door de Raad. De kinderrechter merkte op dat de ouders en de minderjarige eerder te horen hadden gekregen dat het verzoek zou worden ingetrokken, maar dat de Raad dit verzoek niet schriftelijk had ingetrokken en het verzoek tijdens de zitting handhaafde. De kinderrechter besloot het verzoek aan te houden, zodat de Raad zich kon beraden over het verzoek en de ouders en de minderjarige kon informeren over de gang van zaken. De Raad moet binnen veertien dagen aan de rechtbank laten weten of zij het verzoek handhaaft. Indien dit het geval is, zal er een nieuwe zitting worden gepland om de ouders en de minderjarige opnieuw te horen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. M.M. Janssen - Witteveen, in aanwezigheid van de griffier S. Splinter.