BESLISSING
- verklaart het onder 1 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 6 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 6 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievan
90 (negentig) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van deze straf
zevenentachtig (87) dagenniet zullen worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
- een gestructureerde positieve dagbesteding, in vorm van school/stage/werk, volgt;
- meewerkt aan hulpverlening/behandeling, wanneer de jeugdreclassering dit nodig acht;
waarbij aan de gecertificeerde instelling, te weten SAVE te Almere, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarde en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de voorwaarden en het uit te oefenen toezicht
dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een
werkstraf, van
100 (honderd) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 (vijfitg) dagen jeugddetentie;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 6.690,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, bestaande uit € 1.690,15 ter vergoeding van materiële schade en € 5.000,- ter vergoeding van immateriële schade, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij van een bedrag van € 6.690,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt er geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 34,28, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.A. Groeneveld, voorzitter, mrs. H. den Haan en R.A. Hebly, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2023.
De voorzitter en griffier zijn buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven,
die [slachtoffer] meermalen althans éénmaal
tegen het hoofd heeft geschopt en/of op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gestampt
en/of met twee, althans één of meerdere voeten op het hoofd van die [slachtoffer] is
gesprongen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1
ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
openlijk, te weten het [straat 2] en/of het [straat 1] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op
een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer]
door
- om die [slachtoffer] heen te gaan staan,
- die [slachtoffer] te filmen,
- te lachen tijdens dit filmen en/of
meermalen althans éénmaal
- die [slachtoffer] tegen het hoofd te schoppen en/of op het hoofd van die [slachtoffer] te
stampen en /of met twee althans één of meerdere voeten op het hoofd van die
[slachtoffer] te springen en/of
- die [slachtoffer] met (een) vuist(en) op/tegen zijn kaak en/of neus en/of het hoofd te
slaan en/of stompen en/of
- die [slachtoffer] tegen het hoofd en/of rug en/of armen althans tegen het lichaam te
schoppen en/of
- die [slachtoffer] op de grond te gooien en/of te duwen
terwijl dit door hem/haar gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten
een hersenschudding en/of gekneusde kaak en/of diverse hematomen en/of
kneuzingen over het gehele lichaam, voor die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 141 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 2:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een Iphone 11 en/of portemonnee en/of bankpas en/of (meerdere) geldbedrag(en)
en/of meerdere althans één pincode(s) en/of ov-chipkaart en/of zorgpas en/of
identiteitskaart en/of oplader (incl. snoer) en/of rookwaren, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door
- achter die [slachtoffer] aan te rennen en/of
- (vervolgens) de capuchon van de trui van die [slachtoffer] van zijn hoofd af te trekken
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] aan zijn arm vast te pakken en/of
- (vervolgens) (bevelend) te vragen “Wat zit er in die tas” en/of
- (vervolgens) te graaien in de tas en/of zakken van die [slachtoffer] en/of
- (vervolgens) (dreigend) te zeggen tegen die [slachtoffer] dat hij de inloggegevens voor
zijn Icloud en/of telefoon en/of bankierenapp moest geven en/of een
Bunq-account aan moest maken en/of in te loggen op zijn Icloud en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen (met de platte hand) op/tegen het gezicht
althans het hoofd te slaan en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen tegen de arm(en) en/of rug te schoppen en/of
- (vervolgens) wederom (dreigend) te zeggen dat die [slachtoffer] een Bunq-account
moest aanmaken;
en/of
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een Iphone 11 en/of portemonnee
en/of bankpas en/of (meerdere) geldbedrag(en) en/of meerdere althans één
pincode(s) en/of ov-chipkaart en/of zorgpas en/of identiteitskaart en/of oplader
(incl. snoer) en/of rookwaren, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan die [slachtoffer] en/of een derde
toebehoorde(n)
door
- achter die [slachtoffer] aan te rennen en/of
- (vervolgens) de capuchon van de trui van die [slachtoffer] van zijn hoofd af te trekken
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] aan zijn arm vast te pakken en/of
- (vervolgens) (bevelend) te vragen “Wat zit er in die tas” en/of
- (vervolgens) te graaien in de tas en/of zakken van die [slachtoffer] en/of
- (vervolgens) (dreigend) te zeggen tegen die [slachtoffer] dat hij de inloggegevens voor
zijn Icloud en/of telefoon en/of bankierenapp moest geven en/of een
Bunq-account aan moest maken en/of in te loggen op zijn Icloud en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen (met de platte hand) op/tegen het gezicht
althans het hoofd te slaan en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen tegen de arm(en) en/of rug te schoppen en/of
- (vervolgens) wederom (dreigend) te zeggen dat die [slachtoffer] een Bunq-account
moest aanmaken;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3
Wetboek van Strafrecht )
feit 3:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meerdere geldbedrag(en), te weten een bedrag van 100 euro en/of een
bedrag van 100 euro en/of een bedrag van 198 euro, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen geldbedrag(en), onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel,
door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of bankapp met een
bijbehorende
pincode, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] ;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
feit 4:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling,
door tegen die [slachtoffer] te zeggen
- dat hij “morgen om 20.00 uur hier” moest komen en als hij dat niet deed hij
neergeschoten en/of neergestoken zou worden en/of
- dat als hij niet deed wat verdachte(n) zei(den) hij in het water gegooid zou worden;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 5:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een fiets, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 6:
hij op of omstreeks 6 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een blikje Red Bull, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert
Heijn, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen.
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )