Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 september 2022 met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie en vermeerdering van eis in conventie met producties,
- een akte vermeerdering eis in reconventie met aanvullende producties van [gedaagde sub 1] c.s.,
- een akte vermeerdering eis in conventie van [eiseres sub 1] c.s.,
- een akte met aanvullende producties van [gedaagde sub 1] c.s.,
- een akte met aanvullende producties van [eiseres sub 1] c.s.
2.Waar gaat deze zaak over?
€ 2.095.615,49. [eiseres sub 1] c.s. vordert dat [gedaagde sub 1] c.s. dat bedrag met wettelijke rente aan [eiseres sub 3] vergoedt. Subsidiair vordert [eiseres sub 2] betaling van de helft van dat bedrag van [gedaagde sub 1] c.s. [gedaagde sub 1] c.s. betwist dat dit bedrag aan [eiseres sub 3] toekomt. Hij stelt dat partijen in 2018 met de leveranciers hebben afgesproken dat een deel van de adviesvergoedingen niet langer aan [eiseres sub 3] zou worden overgemaakt maar aan [onderneming 2] .
€ 161.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente, terug te betalen aan [eiseres sub 3]
€ 225.000,- zou gaan kosten. Zij stelt in ieder geval de helft daarvan aan [gedaagde sub 2] te hebben betaald.
3. De beoordeling van de vorderingen
Betalingen voor de verbouwing het appartement
€ 1.047.807,74 aan haar. [gedaagde sub 1] betwist dat hij de leveranciers zonder overleg met [eiseres sub 1] c.s. heeft gevraagd om de adviesvergoedingen aan [onderneming 2] te betalen. Hij stelt dat partijen dit zo met elkaar hebben afgesproken.
€ 161.000,- in vier deelbetalingen van [onderneming 1] ontvangen. De wettelijke rente is steeds verschuldigd vanaf de datum waarop [onderneming 1] een betaling heeft gedaan tot de dag dat [gedaagde sub 1] de vordering heeft voldaan.
€ 34.950,- aan de notaris betaald voor de waarborgsom. Daarnaast geldt dat de betalingen van [eiseres sub 3] voor het appartement volledig namens [eiseres sub 2] zijn gedaan. In de omschrijving bij de betalingen staat ‘namens [eiseres sub 2] ’. Er staat niet ‘ook’ of ‘mede’ namens [eiseres sub 2] . [eiseres sub 2] heeft dus net als [gedaagde sub 2] € 357.314,21 betaald voor de aanschaf van het appartement (€ 250.000,- + € 72.364,21 + € 34.950,-).
“
As you and I have agr=ed before, I will pay the ½ of the renovation. We agreed=to the budget for the total amount of € 225.000,= (that amount wa= incl. furniture and internal decoration)When I pay the 1/2 € 112.500,=
Uit deze e-mail blijkt dat het totale verbouwingsbudget € 225.000,- is. Daarvan zou [eiseres sub 2] de helft betalen. Het is niet gebleken dat [gedaagde sub 1] op deze e-mail heeft gereageerd. Hij heeft ook niet op een andere manier laten blijken dat het totale verbouwingsbudget niet
€ 225.000,- is, maar € 450.000,- zou moeten zijn.
€ 11.195,27 betaald. Zij vordert de helft daarvan van [eiseres sub 1] c.s.
€ 232.571,42 aan achterstallig salaris aan [gedaagde sub 1] te betalen. [gedaagde sub 1] heeft onvoldoende gemotiveerd gesteld dat er is voldaan aan de (strenge) vereisten die gelden voor een beroep op bestuurdersaansprakelijkheid. Ook heeft hij niet gesteld dat [eiseres sub 1] een ernstig verwijt valt te maken. Bovendien is [gedaagde sub 1] net zo goed (indirect) bestuurder van [onderneming 1] . Het is niet gebleken dat hij eerder bij [onderneming 1] of [eiseres sub 1] heeft aangedrongen op betaling van zijn salaris.
- contracten van de projecten van de afgelopen vijf jaar,