In deze verzetprocedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een zaak tussen de stichting Woonin en een gedaagde partij, die in verzet was gegaan tegen een eerder verstekvonnis. De oorspronkelijk gedaagde partij had een huurachterstand van € 2.171,05, waarop de huurovereenkomst was ontbonden en ontruiming was gevorderd. Na betaling van de huurachterstand door de gedaagde, bleek tijdens de mondelinge behandeling dat de oorspronkelijke eisende partij, Woonin, een fout had gemaakt in de berekening van de huurachterstand. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde slechts een achterstand van € 134,41 had en dat de eerdere veroordeling tot betaling van € 2.171,05 onterecht was. De kantonrechter verklaarde het verzet gegrond, vernietigde het verstekvonnis en veroordeelde Woonin tot terugbetaling van het teveel betaalde bedrag. Tevens werd Woonin veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.