Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
STICHTING YMERE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres, hierna ook te noemen: Stichting Ymere,
gemachtigde: mr. R.N.E. Visser,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J. Zoutberg.
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7
- de akte van [gedaagde] met producties 1 tot en met 6.
2.De feiten
2.3. Bij brief van 19 juli 2022 heeft [gedaagde] Stichting Ymere verzocht tot voortzetting van de huurovereenkomst. Bij brief van 26 juli 2022 heeft Stichting Ymere aan [gedaagde] medegedeeld niet akkoord te gaan met zijn verzoek.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De kantonrechter is van oordeel dat Stichting Ymere, gelet ook op de betwisting door [gedaagde] , de door haar gestelde huurachterstand onvoldoende heeft onderbouwd. Het had op de weg van Stichting Ymere gelegen om een specificatie van de actuele huurachterstand over te leggen. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.