ECLI:NL:RBMNE:2023:5756

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
16.293219.22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van gewapende woningoverval met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 3 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende woningoverval op 25 oktober 2022 in [plaats 1]. De verdachte, geboren in 2002 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van medeplegen van diefstal met geweld en afpersing. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als opdrachtgever van de overval kan worden aangemerkt, waarbij hij de uitvoerders had voorzien van wapens en instructies. Tijdens de overval werden de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], onder schot gehouden en gedwongen om sieraden en horloges af te geven. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de overval bewezen, ondanks dat hij zelf niet fysiek aanwezig was bij de uitvoering. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier jaar op, met aftrek van voorarrest, en kende schadevergoedingen toe aan de benadeelde partijen. De vorderingen van de benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor de immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.293219.22 (P); 05.096942.20 (vord. tul)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 november 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting in [verblijfplaats] , locatie [locatie] te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 oktober 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Niks en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F. Tosun, advocaat te Zaandam, naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van hetgeen mr. S.C. van Bunnik, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, namens de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Feit 1 primair:
op 25 oktober 2022 in [plaats 1] , samen met één of meer anderen, uit een woning aan de [adres 2] sieraden en/of horloges van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gestolen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld;
Subsidiairten laste gelegd als medeplichtigheid tot medeplegen van diefstal met geweld uit voornoemde woning;
Feit 2 primair:
op 25 oktober 2022 in [plaats 1] , samen met één of meer anderen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] door geweld en/of bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte van sieraden en/of horloges;
Subsidiairten laste gelegd als medeplichtigheid tot medeplegen van afpersing.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft partiële vrijspraak verzocht van de onder 1 tenlastegelegde diefstal van ‘een of meer sieraden’, en van de onder 2 tenlastegelegde afpersing van ‘een of meer horloges’.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tenlastegelegde, omdat er geen sprake zou zijn van een voltooide diefstal. De raadsvrouw heeft zich wat betreft de bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 en 2 [1]
[slachtoffer 1] heeft volgens een
proces-verbaal van verhoor aangever met bijlagen [2] van 25 oktober 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
V: Kunt u vertellen wat er gebeurd is vanavond?
A: Ik was met mijn vrouw thuis vanavond. Ik heb toen de deur geopend en direct toen ik de deur openmaakte voelde ik dat de deur open werd gedrukt. Ik zag twee armen door de deuropening heenkomen en ik probeerde de deur nog terug te drukken maar dit lukte niet meer. Ik werd naar achteren gedrukt en ik zag drie mannen.
V: De eerste man die u zag.
A: Hij had gezichtsbedekking ik zag alleen de ogen en ik zag dat hij een PostNL jasje aan had. Deze man had een zwart pistool bij zich en ik zag en voelde dat hij deze tegen mijn hoofd aanzette. Het was net zo’n pistool als jullie hebben bij de politie.
O: Deze wordt vanaf nu man 1 genoemd in dit proces-verbaal.
A: Die andere twee heb ik door het vuurwapen niet goed gezien omdat ik naar de grond moest kijken. Ze hadden alle drie oranje jasjes aan van PostNL. Eén van deze twee had ook een vuurwapen vast. Ik zag dat deze zilver was met een rood bruin handvat. Dit was een klein handzaam pistooltje.
V: Hoe zette man 1 het vuurwapen op uw hoofd?
A: Hij pakte mij vast met zijn linkerarm vanaf de zijkant. Hij klemde zijn arm een beetje om mijn nek en schouder. Ik zag dat hij met zijn rechterhand het vuurwapen op mijn hoofd zette.
V: Waar hield hij dat vuurwapen?
A: Volgens mij op mijn linkerslaap de eerste keer. Ik bleef in zijn greep en ik hoorde dat hij zei rustig rustig rustig en dat ik mee moest lopen. Ik liep in zijn greep richting de woonkamer. Ik hoorde dat hij hier zei liggen. Wij waren toen in de woonkamer tegen het dakterras aan. Ik zei tegen hem dat ik niet kon liggen en ik moest toen op mijn knieën gaan zitten. Ik ben op mijn knieën gaan zitten en ik moest naar beneden kijken ik mocht niet opkijken. Ik heb dit gedaan.
Ik hoorde dat ze onderweg maar bleven vragen waar de klokjes waren en ze zeiden we weten dat je die hebt.
Op het moment dat ik op mijn knieën zat voelde ik dat er tape om mijn mond werd gedaan. Ik dacht dat dit ook de kleine jongen was, dus man 1. Eerst deden ze een klein stukje tape op mijn mond maar dit bleef niet zitten. Dit was ook iets van een soort ducttape. Vervolgens kwam, ik dacht de kleine jongen weer terug, en werd de tape in zijn geheel om mijn mond gedaan en achter mijn hoofd langs. Dus rondom mijn hoofd over mijn mond heen. Ik denk dat ze ongeveer drie slagen om mijn hoofd hebben gedaan met tape. Die andere twee jongens waren toen aan het rondzoeken. Ik had twee gouden armbanden om mijn rechterpols. De één was een koningsschakel en de ander was een Baracca. Deze moest ik van de kleine jongen direct afgeven. Ik heb ze zelf afgedaan maar ik weet niet waar hij deze gelaten heeft.
V: Wat waren die andere jongens aan het doen?
A: Alles aan het zoeken en vragen waar allés lag. Ze vroegen steeds om de klokjes en ze vonden ook meerdere pasjes. Ik heb gezegd dat de klokjes achterin de kledingkasten waren.
Ik werd continu door volgens mij de kleine jongen, onder schot gehouden. Ik zag dat de jongens van vuurwapen hadden geruild want de kleine jongen hield mij onder schot met dat kleine zilveren vuurwapen. En later kwam een andere jongen met het zwarte vuurwapen weer.
Mijn vrouw moest op haar knieën gaan zitten naast mij en ik zag dat een jongen met haar bezig was.
Ze hadden bankpasjes gevonden in de tas van mijn vrouw geloof ik. Ze vroegen om de codes en wij hebben codes opgegeven.
Ik hoorde dat de jongen zei denk erom dat dit de goede code is. Welke jongen dit was weet ik echt niet meer. Ik hoorde dat mijn vrouw ook verschillende codes opgaf. Ik zag dat de kleine jongen bij mij kwam en tape in zijn handen had, ik moest mijn handen bij elkaar houden en hij begon mijn polsen te tapen. Ik voelde dat dit rondom mijn polsen ging.
V: U toont mij foto’s en vraagt of dit van mij is.
A: Dit klopt dat zijn mijn armbanden die ik hierboven heb omschreven.
V: Wat is er daadwerkelijk weggenomen?
A: In ieder geval mijn armbanden die hierboven omschreven zijn.
In die kast waar ik de jongens naartoe verwezen heb stond een bakje met hierin kralen kettingen en mijn Breitling die ik wel eens om heb en mijn Rolex. Ik weet niet of ze deze te pakken hebben gehad. Ik bedenk me dat ik wel volgens mij heb gezien dat ze deze dingen vasthadden en dat ze deze in tassen hebben gedaan. Ik zag dat er koffers klaarstonden die uit de kast kwamen die in de inloopkamer zijn waar ook kleding in zit. Dit was een grote gele koffer hier zaten alleen de opladers in van de horloge. Dit was de koffer waar de Breitling bij hoort die ik vaker om heb. Ook zag ik een bruine koffer klaar staan, deze is van die eerste Breitling.
V: Heeft u pijn of letsel door deze overval?
A: Ik heb een paar kleine wondjes. Ik denk dat dit komt door de stoeipartij bij de deur. Ik had dit in ieder geval hiervoor nog niet.
[slachtoffer 2] heeft volgens een
proces-verbaal van verhoor aangever [3] van 25 oktober 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Vandaag 25 oktober 2022 ben ik overvallen in mijn woning.
Ik zag een man staan. Ik zag dat hij in het zwart gekleed was, ik zag alleen zijn ogen. Ik zag dat hij een vuurwapen vast had. Ik herkende het voorwerp als zijnde vuurwapen van de televisie. Het was volgens mij een klein wapen, ik zag iets van zilver metaal. Ik zag dat hij ermee stond te zwaaien. Toen ik de woonkamer in kwam zag ik dat mijn man op zijn handen en knieën op de grond zat. Ik zag dat hij een zilveren tape om zijn mond had. Ik moest daarbij gaan zitten op mijn knieën. Ik kreeg vervolgens 2 tie-wraps om iedere pols 1. Ik voelde dat deze niet aan elkaar vast zaten. En ik moest ook met mijn handen naar de grond. Ik kreeg vervolgens ook een tape over mijn mond. Ik zag dat 2 personen bij ons bleven en 1 persoon ging naar achter in de woning. Ik zag dat er 3 personen in de woning aanwezig waren.
Toen ik van het toilet kwam werd ik door persoon 1 naar de woonkamer gebracht. Daar zei persoon 2 dat ik ook moest knielen. Persoon 2 heeft vervolgens de tie-wraps en de tape bij mij aangebracht. Persoon 1 stond de hele tijd met het zilver wapen te zwaaien.
Ze waren vervolgens aan het zoeken in de woning, ik en mijn man werden continu onder schot gehouden door persoon 2. Ik zag dat persoon 2 achter ons stond. En dat hij het vuurwapen op mij richten. Ik zag dat persoon 1 voor mij stond en dat hij met het wapen heen en weer stond te zwaaien. Persoon 3 was achter in de woning, deze was niet zichtbaar voor mij.
Ik zag dat mijn tassen in de woonkamer werden gezet. Ik zag dat gele koffer van het opwind
systeem van Breitling in de gang werd gezet. Ik zag dat persoon 3 met de goederen door de woning liep.
In de woonkamer moest ik weer op mijn knieën gaan zitten. En persoon 2 probeerde een tie-wrap om mijn polsen te doen. Echter was deze te klein dus dit lukte niet. Hij heeft vervolgens heel veel tape, strak om mijn mond en haar getapt. Dit deed hij echt heel strak.
Persoon 1 kwam aanlopen met mijn tas, en met mijn pinpassen. Ik hoorde hem
vragen van wie zijn deze passen. Hierop gaf ik aan dat deze van mijn zijn. Ik hoorde hem vragen wat de pincodes van de passen waren. Ik gaf de pincodes aan persoon 1. Ik voelde dat ik vervolgens in mijn nek werd gegrepen, ik voelde dat hard handig in mijn nek werd vast gepakt. Ik hoorde persoon 2 zeggen en nu de juiste, want je verteld niet de waarheid. Ik voelde op dat moment iets drukken op mijn achter hoofd. Ik voelde een hard voorworp, het was geen hand. Hierop had ik het idee dat persoon 2 op dat moment zijn vuurwapen tegen mijn hoofd hield.
[slachtoffer 2] heeft volgens een
proces-verbaal van verhoor aangever [4] van 27 oktober 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik heb bij de politie aangifte gedaan van een overval die op 25 oktober 2022 plaatsvond in mijn woning aan de [adres 2] te [plaats 1] . In aanvulling op deze aangifte ben ik er bij het opruimen/bekijken van de spullen in mijn woning achter gekomen dat er nog enkele spullen missen.
Geld
In een mapje heb ik altijd papiergeld zitten ongeveer 150-350 euro. Ik zag dat dit geld niet meer in het mapje zat. Ik weet dus niet precies hoeveel geld er weg is. De weggenomen spullen waren nog wel aanwezig voorafgaande aan de overval.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen [5] van 26 oktober 2022 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Ik zag dat er bij de voordeur een tweetal koffertjes stonden. Ik zag dat deze koffer geel en zwart van kleur waren en dat deze vrij in het midden van de hal stonden. Ik zag dat op de zwarte koffer het woord Breitling stond. Ik maakte hieruit op dat dit een koffer was van een horloge.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft op 9 november 2022 bij de politie [6] – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
V: Wat zei [bijnaam 1 verdachte] die zondag?
A: Of ik geld wilde verdienen met pinnen.
Dag van de overval
V: Stond iemand jullie op te wachten?
A: Nee, hij kwam volgens mij aan lopen [bijnaam 1 verdachte] .
V: Wat gebeurde er toen?
A: Hij zei dat we naar de 20e etage moesten en daar op hem moesten wachten.
V: Hier staat: toen we boven aankwamen kregen de spullen en maskers. Hoe ging dat dan?
A: Hij bracht dat, dus we kwamen in een halletje, niet bij de huizen, en toen kregen we alles daar
V: Bedoel je ook hier [bijnaam 1 verdachte] mee?
A: Ja.
V: Waar kwam hij vandaan?
A: Ik denk van zijn huis.
V: Waarom denk je dat?
A: Hij had ineens spullen bij zich die hij niet had beneden.
V: Wat voor spullen kreeg je?
A: Handschoenen en een masker.
V: Heb jij gezien wat de andere jongens kregen op de 20 etage?
A: Ja.
V: Wat is dat?
A: Een wapen en ene PostNL jas.
V: Even voor de duidelijkheid, die vierde persoon was dus jullie opdrachtgever. En hij is met jullie meegegaan de flat in en hij heeft jullie ook de wapens en kleding gegeven. Klopt dit?
A: [bijnaam 1 verdachte] heeft ons de wapens gegeven en de kleding.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 8 november 2022 bij de politie [7] – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
V: Je verklaarde dat je SIGNAL moest downloaden en dat daar de werkwijze in stond. Kun je ons vertellen wat daarin stond?
A: Er waren gewoon foto's gestuurd. Foto's van notities waar was getypt wat er eigenlijk moest gebeuren.
V: Je zei dat je die Post NL jas kreeg en het pakketje. Waar kreeg je die?
A: In de trappenhal.
V: Weet je nog waar ergens?
A: Ik weet nog paar verdiepingen onder waar het was.
V: Hoe heet hij?
A: Ik ken hem in die groep als [bijnaam 2 verdachte] zeg maar.
V: Wie zou die wapens regelen?
A: Die jongen die die ding heeft gepland. Hij heeft die ding gepland dus hij zou het regelen.
V: Dat is ook die jongen die de dag van de overval met de tas op die verdieping stond?
A: Ja.
V: Hoe gingen de gesprekken in deze groepsapp?
A: Al de informatie werd gedeeld wat er moest gebeuren en hoe het zou gaan.
V: Door wie werd dat gedeeld?
A: [bijnaam 2 verdachte] .
V: En als er vragen waren werden die gewoon gesteld zeg je. Werden die beantwoord door [bijnaam 2 verdachte] of ook door anderen?
A: Door [bijnaam 2 verdachte] .
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft op 26 oktober 2022 bij de politie [8] – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
V: Je moest Signal downloaden en kreeg je te horen wat je moest doen.
A: Ik moest die app downloaden en zij hadden een groep gemaakt. Ze hadden alles al uitgetikt wat er moest gebeuren. Toen hebben ze mij opgehaald en moesten we nog een stukje lopen en waren we in dat complex. Toen ben ik naar boven gelopen. Volgens mij 20 hoog. Daar werd een tas opengedaan en daar zaten geweren, pistolen, handschoenen en maskers in. Die hadden ze toen aan mij gegeven.
V: Je had het net over een opdrachtgever. Wie was dat?
A: Dat was niet een van de andere twee.
V: Er was dus een vierde persoon in de flat?
A: Ja,
V: Dus je weet niet wie hij is?
A: Ja ik weet dat ie in de app " [bijnaam 2 verdachte] " heette. Dat was de opdrachtgever. Die tevens ook in de auto zat die mij ophaalde.
V: Je had het net over een tas met wapens. Wie had die mee?
A: Hij had dat. De tas was meegenomen naar 20 hoog. Daar zat alles in. Ook tie-wraps en alles wat we nodig hadden.
Verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben in een
proces-verbaal van bevindingenvan 8 november 2022 [9] – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 3 februari 2023 deden wij onderzoek naar een smartphone, namelijk een Apple lphone 13, SIN-nummer [SIN-nummer] , welke was aangetroffen in de woning van de [adres 3] te [plaats 2] .
lk verbalisant [verbalisant 2] , zag dat de volgende accountgegevens waren vastgelegd:
3 - Username: [bijnaam 2 verdachte] , Source: Signal, Mobile [telefoonnummer]
6 - Account Name: [verdachte] , Source: Apple Wallet, [adres 4] , [plaats 3] , [postcode] , Nederland
In de telefoon staan diverse notities.
Created:
29-9-2022
02:08:37(UTC+0)
Modified:
23-10-2022
02:29:57(UTC+0)
De notitie als
hiernaast
weergegeven
omvat het plan
van de overval.
RFORMULE 1
RACERS staan om de hoek boven in de flat in de hal
Gaan tegelijk met de BUIT naar binnen het huis in
Wanneer de deur open is rennen jullie tegelijk met de BUIT
naar binnen het huis in en overmeesteren de BUIT en binden
ze stevig vast doormiddel van tie-rips en duct tape nu begint
de job de rolexen moeten ze afgeven en daarna afpersen van
de pinpas(sen)
(Eventueel vragen naar een kluis en blijven doordringen dat
ze die moeten laten zien dit is niet 100% zeker)
(Indien mogelijk pinpas limiet verhogen en de mensen
mishandelen tot ze mee werken)
De klokken en de pinpas met code brengt 1 RACER MET DE
TRAP naar TIPGEVER (2 trappen naar beneden)
Gaat vervolgens weer terug naar de andere RACERS,
TIPGEVER gaat de buit veiligstellen er met de pinpas naar de
pinautomaat.
De RACERS wachten nu tot er verbinding is gemaakt met de
TIPGEVER bij de muur en controleren doormiddel van een
telefoongesprek via SIGNAL of de pincode klopt en eventueel
of er nog wat aangepast moet worden wanneer dit is gelukt
dan is het tijd om te vertrekken gooi de telefoons van de
BUIT naar beneden uit het raam.
Daarna pakken de RACERS de Porsche sleutel van de UIT e
gaan vervolgens naar beneden on precies te zijn-> (-2)<-
als je in de garage komt ga je daar een ZWARTE PORSCHE
zien precies bij de deur (KENTEKEN [kenteken 1] ) daarna rijden
de RACERS naar de WISSEL plek en gaan de RACERS met
TIPGEVER mee en zet TIPGEVER de RACERS in de wijk af en
gaat ieder zijn eigen kant op en binnen 24 uur hoor je meer
van elkaar en uitsluitend praten via SIGNAL.
Heren, vergeet niet je bent samen op deze job is je compa
geveegd ben jij ook geveegd denk aan elkaar en blijf met elkaar.
#ALLESPAKKEN
Verdachte heeft
ter terechtzittingvan 20 oktober 2023 verklaard:
Ik ben ‘ [bijnaam 2 verdachte] ’.‘ [bijnaam 1 verdachte] ’ is ook een bijnaam van mij. Ik verbleef in het appartement bij mijn oom [A] , dat is op de 20e etage. Ik heb de toegang tot het gebouw geregeld. Ik heb ook één van de jongens van de overval opgehaald met de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] , en hem in de wijk afgezet. Ik gebruikte die Volkswagen Golf vaak. Ik heb op de 20e etage, in het trappenhal, spullen afgegeven aan de jongens. Welke spullen dat zijn, staat in het dossier. Ik was op het moment van de overval ook in het flatgebouw aanwezig. De notitie over de overval die in mijn telefoon is gevonden heb ik op mijn telefoon getikt. Ik heb het allemaal opgeschreven. Ik heb die notitie ook via Signal aan [medeverdachte 2] gestuurd.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op beide feiten, maar op één van de feiten.
Bewijsoverwegingen
Vast staat dat op 25 oktober 2022 een gewapende woningoverval heeft plaatsgevonden in [plaats 1] . Verdachte is niet één van de uitvoerders van die woningoverval geweest. De vraag die de rechtbank dan ook moet beantwoorden is of verdachte toch als medepleger of medeplichtige aan die woningoverval kan worden aangemerkt. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
Medeplegen van diefstal met geweld en afpersing (feit 1 en 2)
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Uit voornoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
Medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn de uitvoerders van de woningoverval. Zij zijn op heterdaad betrapt en hiervoor inmiddels onherroepelijk veroordeeld. Uit de verklaringen van die medeverdachten volgt dat de persoon met de bijnamen ‘ [bijnaam 2 verdachte] en [bijnaam 1 verdachte] ’ de opdrachtgever van de woningoverval is geweest, en dat hij het plan heeft bedacht dat zij hebben uitgevoerd. Verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat ‘ [bijnaam 2 verdachte] ’ en ’ [bijnaam 1 verdachte] ’ zijn bijnamen zijn. De rechtbank concludeert aan de hand van de inhoud van de verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte de daarin bedoelde ‘ [bijnaam 1 verdachte] ’ is. Verdachte heeft het plan voor de woningoverval gemaakt. Hij heeft dit plan op zijn eigen telefoon in zijn notities opgetikt, en heeft dit plan vervolgens in de Signal-groep met de medeverdachten gedeeld. Hij heeft het ook nog separaat gestuurd naar medeverdachte [medeverdachte 2] . In die notitie heeft verdachte beschreven welke spullen moesten worden weggenomen, welk geweld moest worden toegepast op aangevers en hoe de buit moest worden veiliggesteld. Verdachte heeft vervolgens ook actief meegewerkt aan de uitvoering van het plan en heeft daarin een aanzienlijk en relevant aandeel gehad. Zo heeft hij medeverdachte [medeverdachte 1] benaderd om deel te nemen aan de overval en heeft hij medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] toegang verschaft tot het appartementencomplex waarin de woning van aangevers zich bevindt. Voorts heeft hij de derde uitvoerder van de overval, medeverdachte [medeverdachte 3] , opgehaald en vervoerd naar het appartementencomplex. Aan de drie medeverdachten heeft hij kort voor de overval een tas met spullen overhandigd. In die tas zaten geladen vuurwapens, duct tape, tie-wraps, handschoenen en maskers. Deze spullen zijn ook door de medeverdachten tijdens de overval gebruikt. Beide aangevers zijn door de medeverdachten met de vuurwapens onder schot gehouden, en zijn met duct tape en tie-wraps vastgebonden. Voorts heeft verdachte de medeverdachten een PostNL-jas gegeven, zodat zij vermomd als PostNL-bezorgers de woning naar binnen konden gaan.
Tijdens de overval verbleef verdachte in de woning van zijn oom op de 20e etage van het appartementencomplex. Volgens de notitie zouden de medeverdachten de horloges en pinpas met pincode van aangevers tussentijds naar de tipgever brengen, twee trappen naar beneden, zodat de tipgever de buit kon veiligstellen. De woningoverval vond plaats op de 22e etage. De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de notitie en de verklaringen van de medeverdachten geen andere conclusie toelaat dan dat verdachte de tipgever is waarover in de notitie wordt gesproken.
Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat de rol van verdachte bij de voorbereiding voor de overval en zijn aanwezigheid en handelingen tijdens de woningoverval van wezenlijk belang zijn geweest en van voldoende gewicht om hem aan te merken als medepleger. De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van de overval. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Voltooide diefstal met geweld
Door de raadsvrouw is vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde bepleit, omdat er geen sprake zou zijn van een voltooide diefstal. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.
Voor een veroordeling ter zake van een voltooide diefstal is onder meer vereist dat de dader zich een zodanige feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit zodanig aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken dat de wegneming van het goed als voltooid kan gelden. Daarnaast is van belang of de gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn te beschouwen als gericht op voltooiing van een diefstal. Ongestoord bezit van het desbetreffende voorwerp is echter geen vereiste. Van ‘verplaatsing’ hoeft dan ook geen sprake te zijn.
De drie op heterdaad betrapte medeverdachten hebben zich toegang verschaft tot de woning van aangevers, de aangevers vastgebonden met tie-wraps en duct tape, hen onder schot gehouden, vuurwapens tegen hun hoofd aangezet en op dat moment gevraagd waar de horloges lagen. Vervolgens hebben deze medeverdachten de horloges gepakt en een aantal daarvan in een tas gedaan. Er zat ook een horloge in een koffer. De medeverdachten hebben deze uit de kast gehaald en bij de voordeur neergezet. Terwijl zij dit deden, waren de aangevers vastgebonden.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben de medeverdachten door op deze manier te handelen zich een zodanige feitelijke heerschappij over de horloges verschaft dat dit een voltooide diefstal oplevert. Aangevers was immers alle bewegingsruimte ontnomen en de verdachten waren degenen die bepaalden wat er met de horloges gebeurde. Zij hadden de horloges weggehaald op de plek waar aangevers de horloges bewaarden en hadden een aantal horloges ook onttrokken aan het zicht van aangevers door deze in tassen te stoppen. De omstandigheid dat de horloges zich nog voor de voordeur en dus in de woning bevonden maakt dit dan ook niet anders, nu uit het voorgaande volgt dat verdachten op dat moment de feitelijke heerschappij hadden over de horloges. Deze gedragingen zijn daarmee naar hun uiterlijke verschijningsvorm ook te beschouwen als gericht op voltooiing van een diefstal.
Gelet op vorenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat sprake is van een voltooide diefstal met geweld van de horloges. Verdachte heeft zich, zoals hiervoor is overwogen, als medepleger hieraan schuldig gemaakt.
Partiële vrijspraak
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de onder 1 tenlastegelegde medeplegen diefstal van “een of meerdere sieraden” en de onder 2 tenlastegelegde medeplegen afpersing van “een of meerdere horloges”. Op basis van het dossier kan namelijk worden vastgesteld dat de horloges door middel van diefstal en de sieraden door middel van afpersing zijn verkregen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1, primair:
op 25 oktober 2022 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met anderen in een woning gelegen aan de [adres 2] meerdere horloges, toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door
- gekleed in een PostNL jas, met gezichtsbedekking en met vuurwapens naar voornoemde woning te gaan en bij deze woning aan te bellen;
- de deur van voornoemde woning open te duwen en die [slachtoffer 1] naar binnen te duwen;
- vervolgens de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te betreden;
- een vuurwapen dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] te houden, te tonen en voornoemd vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 1] te zetten;
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij rustig moet blijven en mee moet lopen;
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] moet gaan liggen;
- vervolgens te vragen waar de klokjes zijn;
- terwijl die [slachtoffer 1] op zijn knieën op de grond zat ducttape op zijn mond te plakken en om zijn hoofd heen te plakken, terwijl hij onder schot werd gehouden;
- voornoemde woning te doorzoeken;
- een vuurwapen (dreigend) in de richting van die [slachtoffer 2] te zwaaien;
- die [slachtoffer 2] richting de woonkamer te bewegen en vervolgens richting de grond te bewegen;
- vervolgens de handen van voornoemde [slachtoffer 2] vast te binden met tie-wraps en ducttape over de mond van die [slachtoffer 2] te plakken, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden;
- te vragen waar de telefoon van die [slachtoffer 2] is, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden;
- de handen van die [slachtoffer 1] vast te tapen, terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden;
Feit 2, primair:
op 25 oktober 2022 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere sieraden toebehorende aan die [slachtoffer 1] door
- gekleed in een PostNL jas, met gezichtsbedekking en met vuurwapens naar voornoemde woning te gaan en bij deze woning aan te bellen;
- de deur van voornoemde woning open te duwen en die [slachtoffer 1] naar binnen te duwen;
- vervolgens de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te betreden;
- een vuurwapen dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] te houden, te tonen en voornoemd vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 1] te zetten;
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij rustig moet blijven en mee moet lopen;
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] moet gaan liggen;
- terwijl die [slachtoffer 1] op zijn knieën op de grond zat ducttape op zijn mond te plakken en om zijn hoofd heen te plakken, terwijl hij onder schot werd gehouden;
- aan die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn gouden armbanden moest afgeven, terwijl hij onder schot werd gehouden;
- voornoemde woning te doorzoeken;
- een vuurwapen (dreigend) in de richting van die [slachtoffer 2] te zwaaien;
- die [slachtoffer 2] richting de woonkamer te bewegen en vervolgens richting de grond te bewegen;
- vervolgens de handen van voornoemde [slachtoffer 2] vast te binden met tie-wraps en ducttape over de mond van die [slachtoffer 2] te plakken, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden;
- te vragen waar de telefoon van die [slachtoffer 2] is, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden;
- de handen van die [slachtoffer 1] vast te tapen, terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Eendaadse samenloop ex artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de feiten 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De bewezenverklaarde gedragingen leveren een zodanig samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt. Verder loopt de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteen. Om onevenredige aansprakelijkheid te voorkomen, zal de rechtbank het feit enkelvoudig kwalificeren.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feiten 1 en 2, primair:
de eendaadse samenloop van:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zijn nog jonge leeftijd en de straffen die zijn opgelegd aan de drie veroordeelde uitvoerders van de overval, aansluiting te zoeken bij de ondergrens van de LOVS-oriëntatiepunten voor een woningoverval, te weten een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een gewapende woningoverval. Op 25 oktober 2022 zijn de medeverdachten, vermomd als PostNL-bezorgers, bewapend met geladen vuurwapens de woning van de slachtoffers binnengegaan. Daarbij hebben zij de heer [slachtoffer 1] naar binnen geduwd en een vuurwapen tegen zijn hoofd gedrukt. Terwijl hij onder schot werd gehouden, moest hij op zijn knieën gaan zitten en werd hij vastgebonden met ducttape. Op dat moment werd hij gedwongen om zijn twee gouden armbanden af te geven. Terwijl de medeverdachten in de woning naar de buit aan het zoeken waren, troffen zij mevrouw [slachtoffer 2] op het toilet aan. Hierna is ook zij onder schot gehouden en met tie-wrap en ducttape vastgebonden. De medeverdachten hebben horloges en een contant geldbedrag weggenomen. Daarnaast hebben zij bankpassen van de slachtoffers gevonden en hen onder bedreiging van vuurwapens naar de pincodes gevraagd. Mevrouw [slachtoffer 2] heeft toen zij op het toilet zat de politie kunnen bellen. Hierdoor kon de politie gelukkig snel ter plaatse komen en zijn de drie medeverdachten op heterdaad aangehouden.
Verdachte is de opdrachtgever geweest van deze overval. Het betreft een goed georganiseerde woningoverval, gepleegd in een samenwerkingsverband. Verdachte heeft een notitie opgesteld waarin hij voor de uitvoerders duidelijk heeft gemaakt wat er allemaal moest worden weggenomen, en hoe de buit veiliggesteld moest worden. Daarbij heeft verdachte aangegeven dat de uitvoerders de slachtoffers moesten vastbinden met tie-wraps en duct tape, en dat zij hen moesten mishandelen totdat zij zouden meewerken. Daarmee heeft verdachte laten zien dat hij berekenend en gewetenloos handelde, en niet terugdeinsde voor het gebruik van geweld. Dat blijkt ook uit de chatgesprekken die verdachte na afloop had met een andere medeverdachte. Hieruit bleek dat hij zich na het mislukken van de overval alleen maar zorgen maakte om de wapens die hij kwijt was geraakt, en over de buit die ‘nul’ was. Hij sprak een paar uur na onderhavige woningoverval alweer over ‘het bouwen van een nieuwe job’.
Verdachte maakte het niet uit dat de gebeurtenissen in de woning voor de slachtoffers buitengewoon angstig en traumatisch zijn geweest, zoals ook blijkt uit hun aangiftes en de onderbouwing van de verzoeken tot schadevergoeding. De slachtoffers hebben, terwijl zij waren vastgebonden en vuurwapens op zich hadden gericht, moeten meemaken hoe hun woning door de drie overvallers werd doorzocht, niet wetende wat er zou gaan gebeuren. Het gevoel veilig te zijn in de eigen woning is slachtoffers mede door verdachte ontnomen en zal niet gemakkelijk terugkeren. Verdachte heeft door zijn aandeel in de woningoverval ook bijgedragen aan angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid bij buurtbewoners.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte kennisgenomen van:
  • een uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 21 september 2023;
  • een Pro Justitia Rapportage van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (hierna: NIFP) van 21 juni 2023, opgemaakt door S. Pantelić, kinder- en jeugdpsycholoog;
  • een rapportage van Leger des Heils Reclassering van 18 juli 2023, opgesteld door B. Wijnands, reclasseringsmedewerker.
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 21 september 2023 betreffende verdachte. Hierop staan meerdere veroordelingen ter zake van strafbare feiten, waaronder voor vermogensdelicten. De rechtbank constateert dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is, en houdt hiermee rekening bij de strafoplegging.
Rapportage psycholoog NIFP
Door S. Pantelić, kinder- en jeugdpsycholoog is op 21 juni 2023 een NIFP-rapportage opgemaakt. Die rapportage houdt – zakelijk en kort weergegeven – de volgende conclusies en bevindingen in.
Bij verdachte is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Van die psychische stoornis was sprake ten tijde van het tenlastegelegde en die psychische stoornis beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde. Maar ondanks het feit dat er bij verdachte sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een beneden gemiddelde intelligentie, is verdachte volgens de psycholoog voldoende in staat geweest om het ontoelaatbare van zijn handelen in te zien en daarnaar te handelen. Het advies is dan ook om het tenlastegelegde verdachte volledig toe te rekenen.
De rechtbank neemt deze conclusies van de psycholoog over en is van oordeel dat het tenlastegelegde verdachte volledig is toe te rekenen.
De psycholoog concludeert verder dat verdachte, passend bij zijn antisociale persoonlijkheidsdynamiek, niet geneigd is rekening te houden met de grenzen van anderen. Hij kan zich moeilijk verplaatsen in anderen. Bij verdachte ontbreekt het aan berouw. Hij wuift de schuld weg, en legt de schuld volledig bij de medeverdachten. De psycholoog beschrijft ook dat verdachte onberoerd, berekend en manipulatief overkomt. Verdachte laat niet blijken ergens spijt van te hebben, of mee te voelen. Er is geen empathie voor de slachtoffers.
Volgens de psycholoog is het risico op herhaling hoog. Er zijn nauwelijks beschermende factoren aanwezig die het recidiverisico beperken. Er worden geen aanknopingspunten voor een behandeling gezien die het recidivegevaar zouden kunnen doen afnemen.
Reclasseringsadvies
Uit voormeld reclasseringsadvies volgt dat verdachte vanaf veertienjarige leeftijd in aanraking komt met politie en justitie wegens vermogens- en geweldsdelicten. Behalve ten aanzien van middelengebruik zijn er op alle leefgebieden problemen bij verdachte. Verdachte heeft geen zelfstandige huisvesting, geen zinvolle dagbesteding, zijn sociale netwerk is grotendeels negatief en hij komt uit een problematische gezinssituatie. Eerdere interventies hebben niet geleid tot gedragsverandering bij verdachte, en hij stelt zich niet begeleidbaar op binnen de verschillende contacten.
Ook volgens de reclassering is sprake van een hoog recidiverisico. De reclassering sluit zich aan bij de conclusie van de psycholoog dat er geen aanknopingspunten aanwezig zijn voor een behandeling die het recidivegevaar zouden kunnen doen afnemen. De reclassering merkt in dit kader ook op dat verdachte heeft aangegeven te willen gaan studeren en werken als hij in vrijheid is, maar dat hij binnen de PI niet wil werken en regelmatig niet bij onderwijsmomenten aanwezig is. Verdachte presenteert zich in gesprekken met de reclassering als een kwetsbare jongeman die angstig is voor de medegedetineerden, terwijl hij reeds vier disciplinaire straffen heeft ondergaan wegens voornamelijk recalcitrant gedrag en geweld. Gezien het eerdere verloop van toezichtperiodes vanuit de reclassering en de houding die verdachte binnen zijn voorlopige hechtenis laat zien, schat de reclassering het risico op het onttrekken aan bijzondere voorwaarden in als hoog. Gelet op al het voorgaande adviseert de reclassering bij een veroordeling aan verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
De op te leggen straf
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op straffen die voor soortgelijke zaken worden opgelegd. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten kan niet worden volstaan met het opleggen van een andersoortige straf dan een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de straffen die doorgaans voor een woningoverval worden opgelegd, en die hun weerslag hebben gevonden in de oriëntatiepunten voor de strafoplegging van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor een woningoverval als de onderhavige komt een gevangenisstraf voor de duur van drie tot vijf jaren in beeld.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank mede in aanmerking genomen dat bij de overval gebruik is gemaakt van geladen vuurwapens en dat de vuurwapens daarbij ook tegen de hoofden van de slachtoffers zijn gezet. Ook weegt de rechtbank mee dat de feiten in vereniging door een groep in georganiseerd verband zijn gepleegd. Voorts is van belang dat verdachte de initiatiefnemer is van de overval. Hij is kennelijk het brein achter de overval geweest, en heeft de overval op detailniveau voorbereid. De rechtbank neemt in strafverzwarende zin ook in aanmerking dat verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn aandeel in de overval. De rechtbank weegt bovendien mee dat, hoewel het uiteindelijke letsel van de slachtoffers gelukkig is meegevallen, verdachte blijkens de opgestelde notitie gebruik van geweld bij de overval niet schuwde. Van belang is voorts dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie eerder is veroordeeld voor diefstal met geweld. In het voordeel van de verdachte zal de rechtbank nog wel de jonge leeftijd van de verdachte meewegen.
De rechtbank overweegt dat, gelet op de proceshouding van verdachte en de inhoud van het rapport van de psycholoog en het reclasseringsrapport, er geen aanleiding is een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Bijzondere voorwaarden zijn niet aan de orde en ook overigens is niet gebleken dat met een voorwaardelijk strafdeel enig strafdoel is gediend.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

Blijkens een
‘Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen’van 16 augustus 2023 is beslag gelegd op:
1 1 STK Personenauto, zwart, merk: Volkswagen, kenteken: [kenteken 2] , goednummer PL0900-MD2R022156748590.
Blijkens een kennisgeving van inbeslagname is onder verdachte ook beslag gelegd op
een verpakking van een GPS-tracker, goednummer MD2R022156748585.
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verpakking van een GPS-tracker verbeurd te verklaren, omdat bij het plegen van de feiten gebruik is gemaakt van een GPS-tracker. De officier van justitie heeft aangegeven dat er geen strafvorderlijk beslag meer ligt op de personenauto. Er ligt alleen nog conservatoir beslag op. Gelet op het feit dat de heer [A] de eigenaar is van de auto, kan de auto terug worden gegeven aan hem.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de personenauto moet worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar, en dat is de heer [A] . De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de verpakking van een GPS-tracker.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
GPS tracker
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten een verpakking van een GPS-tracker verbeurd verklaren. Het dossier bevat voldoende aanknopingspunten dat er een GPS-tracker onder de auto van de aangevers is geplaatst, ten behoeve van de overval. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met behulp van dit voorwerp de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten zijn voorbereid/begaan.
Personenauto
Blijkens het dossier ligt er geen klassiek beslag meer op de auto, maar nog wel conservatoir beslag. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 20 oktober 2023 aangegeven dat de auto terug kan naar de rechthebbende, te weten: [A] , geboren op [geboortedatum 2] 1982. Gelet op deze mededeling van de officier van justitie onthoudt de rechtbank zich van een beslissing.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 7.694,55. Dit bedrag bestaat uit € 2.694,55 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten. De materiële schade bestaat uit de volgende schadeposten:
• camera’s en Video Doorbell Battery: € 389,00;
• aanbrengen beveiliging: € 2.305,55.
De benadeelde partij heeft verzocht het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment dat de schade is ontstaan. Ook heeft de benadeelde partij verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
[slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.000,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten.
De benadeelde partij heeft verzocht het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment dat de schade is ontstaan. Ook heeft de benadeelde partij verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
[slachtoffer 1]
De officier van justitie heeft verzocht de benadeelde partij voor zover de vordering ziet op de materiële schade niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de vordering op dit punt onvoldoende is onderbouwd. De officier van justitie heeft verzocht de vordering voor zover die ziet op de immateriële schade geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
[slachtoffer 2]
De officier van justitie heeft verzocht de vordering geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
[slachtoffer 1]
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij in de vordering met betrekking tot de materiële schade niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu geen sprake is van rechtstreekse schade en de kosten bovendien onvoldoende zijn onderbouwd. Met betrekking tot de immateriële schade heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade te hoog is, en dat deze dient te worden gematigd naar een bedrag van € 2.500,-. De raadsvrouw heeft verzocht dit bedrag hoofdelijk op te leggen.
[slachtoffer 2]
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade te hoog is, en dat deze dient te worden gematigd naar een bedrag van € 2.500,-. De raadsvrouw heeft verzocht dit bedrag hoofdelijk op te leggen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
Ten aanzien van de materiële schade
De rechtbank zal de benadeelde partij in de vordering met betrekking tot de materiële schade niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De rechtbank stelt vast dat de vordering met betrekking tot de beide gevorderde posten thans onvoldoende is onderbouwd. Uit de vordering volgt dat de facturen op naam van de buurvrouw van de benadeelde partij staan, omdat zij de kosten zou hebben voorgeschoten. De benadeelde partij zou deze kosten op zich hebben genomen. De rechtbank heeft echter geen betalingsbewijs ontvangen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de benadeelde partij deze schadepost heeft betaald. Hetzelfde geldt voor de kosten voor aanbrenging van de beveiliging. Ook deze factuur staat niet op naam van de benadeelde partij. Gelet hierop staat onvoldoende vast dat de benadeelde partij deze materiële schade zelf heeft geleden.
Ten aanzien van de immateriële schade
Op grond van artikel 6:106 sub b BW komt een benadeelde partij onder meer een vergoeding toe voor immateriële schade als sprake is van lichamelijk letsel en als het slachtoffer op andere wijze in de persoon is aangetast. De rechtbank stelt op basis van de door de benadeelde partij gegeven onderbouwing vast dat hij, als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarde feiten, letsel heeft opgelopen en op andere wijze in zijn persoon is aangetast door het psychische leed dat hem is aangedaan. Dit ligt gelet op de hiervoor beschreven aard en ernst van de normschending voor de hand en is ook door de benadeelde partij nader toegelicht. Gelet op wat in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding wordt toegewezen, waaronder de zaken van de drie veroordeelde medeverdachten, waardeert de rechtbank deze schade op € 5.000,-. Dit betekent dat het immateriële deel van de vordering geheel zal worden toegewezen.
Verdachte zal hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling. Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor de betaling van de vordering zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.000,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 25 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De verdachte is van zijn verplichting tot het vergoeden van schade bevrijd als hij en/of zijn mededaders op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[slachtoffer 2]
Ten aanzien van de immateriële schade
Op grond van artikel 6:106 sub b BW komt een benadeelde partij onder meer een vergoeding toe voor immateriële schade als sprake is van lichamelijk letsel en als het slachtoffer op andere wijze in de persoon is aangetast. De rechtbank stelt op basis van de door de benadeelde partij gegeven onderbouwing vast dat zij, als gevolg van het hiervoor bewezenverklaarde feit, letsel heeft opgelopen en op andere wijze in haar persoon is aangetast door het psychische leed dat haar is aangedaan. Dit ligt gelet op de hiervoor beschreven aard en ernst van de normschending voor de hand en is ook door de benadeelde partij nader toegelicht. Gelet op wat in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding wordt toegewezen, waaronder de zaken van de drie veroordeelde medeverdachten, waardeert de rechtbank deze schade op € 5.000,-. Dit betekent dat de rechtbank het immateriële deel van de vordering geheel zal toewijzen.
Verdachte zal hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling. Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor de betaling van de vordering zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.000,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 25 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De verdachte is van zijn verplichting tot het vergoeden van schade bevrijd als hij en/of zijn mededaders op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 05/096942-20 toe te wijzen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de vordering tenuitvoerlegging.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij
vonnisvan de
kinderrechterte
rechtbank Gelderlandvan
8 januari 2021(parketnummer 05/096942-20) is verdachte een werkstraf voor de duur van 70 uren, subsidiair 35 dagen jeugddetentie voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 55, 63, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 en 2 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 een verpakking van een GPS-tracker, goednummer MD2R022156748585;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 5.000,-, bestaande uit immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 25 oktober 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 5.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 25 oktober 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling niet aan te vullen met 60 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 5.000,-, bestaande uit immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 25 oktober 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 5.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 25 oktober 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling niet aan te vullen met 60 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 05/096942-20

- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kinderrechter in de rechtbank Gelderland bij vonnis van 8 januari 2021 opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 70 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 35 dagen jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, voorzitter, mrs. A.M. Loots en J.W.B. Snijders Blok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.E. Heins, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 november 2023.
Mr. Loots is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 25 oktober 2022 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] ) een of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- gekleed in een PostNL jas en/of met gezichtsbedekking en/of met (een) vuurwapen(s), althans (een) op vuurwapens() gelijkend(e) voorwerp(en), naar voornoemde woning te gaan en/of bij deze woning aan te bellen en/of
- de deur van voornoemde woning open te duwen en/of die [slachtoffer 1] naar binnen te duwen en/of
- ( vervolgens) de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te betreden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] te houden en/of te tonen en/of voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 1] te zetten en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij rustig moet blijven en mee moet lopen althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] moet gaan liggen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) te vragen waar de klokjes zijn, althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] op zijn knieën op de grond zat ducttape op zijn mond te plakken en/of om zijn hoofd heen te plakken, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- aan die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn gouden armbanden moest afgeven, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- voornoemde woning te doorzoeken en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, (dreigend) in de richting van die [slachtoffer 2] te houden/te tonen/te zwaaien en/of
- die [slachtoffer 2] richting de woonkamer te bewegen en/of (vervolgens) richting te grond te bewegen en/of
- ( vervolgens) de handen van voornoemde [slachtoffer 2] vast te binden met tiewraps en/of ducttape over de mond van die [slachtoffer 2] te plakken, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen waar de telefoon van die [slachtoffer 2] is, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen naar de pincode(s) van de gevonden bankpas(sen), terwijl die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] onder schot werd(en) gehouden en/of terwijl er een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in elk geval een hard voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] werd gehouden en/of
- de handen van die [slachtoffer 1] vast te tapen, terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of één of meer (andere) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 25 oktober 2022 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, een of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), die geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] en/of verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- gekleed in een PostNL jas en/of met gezichtsbedekking en/of met (een) vuurwapen(s), althans (een) op vuurwapens() gelijkend(e) voorwerp(en), naar voornoemde woning te gaan en/of bij deze woning aan te bellen en/of
- de deur van voornoemde woning open te duwen en/of die [slachtoffer 1] naar binnen te duwen en/of
- ( vervolgens) de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te betreden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] te houden en/of te tonen en/of voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 1] te zetten en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij rustig moet blijven en mee moet lopen althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] moet gaan liggen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) te vragen waar de klokjes zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] op zijn knieën op de grond zat ducttape op zijn mond te plakken en/of om zijn hoofd heen te plakken, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- aan die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn gouden armbanden moest afgeven, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- voornoemde woning te doorzoeken en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, (dreigend) in de richting van die [slachtoffer 2] te houden/te tonen/te zwaaien en/of
- die [slachtoffer 2] richting de woonkamer te bewegen en/of (vervolgens) richting te grond te bewegen en/of
- ( vervolgens) de handen van voornoemde [slachtoffer 2] vast te binden met tiewraps en/of ducttape over de mond van die [slachtoffer 2] te plakken, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen waar de telefoon van die [slachtoffer 2] is, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen naar de pincode(s) van de gevonden bankpas(sen), terwijl die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] onder schot werd(en) gehouden en/of terwijl er een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in elk geval een hard voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] werd gehouden en/of
- de handen van die [slachtoffer 1] vast te tapen, terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 oktober 2022
te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- het plan voor voornoemd strafbaar feit te bedenken en/of
- aan voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] informatie te verschaffen over de woning voornoemde van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of het appartementencomplex waarin voornoemde woning zich bevindt en/of
- een groep in Signal aan te maken met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] waarin hij, verdachte, het plan voor voornoemd strafbaar feit heeft gedeeld en/of
- aan voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] toegang te verschaffen tot voornoemd appartementcomplex en/of
- voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] naar voornoemd appartementencomplex te rijden en/of vervoeren en/of
- een of meer vuurwapens, althans (een) op een vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en), en/of jassen (PostNL), althans kleding, ter beschikking te stellen en/of te leveren;
Feit 2:
hij op of omstreeks 25 oktober 2022 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) door
- gekleed in een PostNL jas en/of met gezichtsbedekking en/of met (een) vuurwapen(s), althans (een) op vuurwapens() gelijkend(e) voorwerp(en), naar voornoemde woning te gaan en/of bij deze woning aan te bellen en/of
- de deur van voornoemde woning open te duwen en/of die [slachtoffer 1] naar binnen te duwen en/of
- ( vervolgens) de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te betreden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] te houden en/of te tonen en/of voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 1] te zetten en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij rustig moet blijven en mee moet lopen althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] moet gaan liggen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) te vragen waar de klokjes zijn, althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] op zijn knieën op de grond zat ducktape op zijn mond te plakken en/of om zijn hoofd heen te plakken, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- aan die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn gouden armbanden moest afgeven, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- voornoemde woning te doorzoeken en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, (dreigend) in de richting van die [slachtoffer 2] te houden/te tonen/te zwaaien en/of
- die [slachtoffer 2] richting de woonkamer te bewegen en/of (vervolgens) richting te grond te bewegen en/of
- ( vervolgens) de handen van voornoemde [slachtoffer 2] vast te binden met tiewraps en/of ductape over de mond van die [slachtoffer 2] te plakken, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen waar de telefoon van die [slachtoffer 2] is, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen naar de pincode(s) van de gevonden bankpas(sen), terwijl die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] onder schot werd(en) gehouden en/of terwijl er een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in elk geval een hard voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] werd gehouden en/of
- de handen van die [slachtoffer 1] vast te tapen, terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [verdachte] en/of
één of meer (andere) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 25 oktober
2022 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van, een of meerdere siera(a)d(en) en/of horloge(s), toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , althans aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 2] en/of [verdachte] en/of verdachte, door
- gekleed in een PostNL jas en/of met gezichtsbedekking en/of met (een) vuurwapen(s), althans (een) op vuurwapens() gelijkend(e) voorwerp(en), naar voornoemde woning te gaan en/of bij deze woning aan te bellen en/of
- de deur van voornoemde woning open te duwen en/of die [slachtoffer 1] naar binnen te duwen en/of
- ( vervolgens) de woning van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te betreden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] te houden en/of te tonen en/of voornoemd vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [slachtoffer 1] te zetten en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij rustig moet blijven en mee moet lopen althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] moet gaan liggen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) te vragen waar de klokjes zijn, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- terwijl die [slachtoffer 1] op zijn knieën op de grond zat ducttape op zijn mond te plakken en/of om zijn hoofd heen te plakken, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- aan die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn gouden armbanden moest afgeven, terwijl hij onder schot werd gehouden en/of
- voornoemde woning te doorzoeken en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, (dreigend) in de richting van die [slachtoffer 2] te houden/te tonen/te zwaaien en/of
- die [slachtoffer 2] richting de woonkamer te bewegen en/of (vervolgens) richting te grond te bewegen en/of
- ( vervolgens) de handen van voornoemde [slachtoffer 2] vast te binden met tiewraps en/of ducttape over de mond van die [slachtoffer 2] te plakken, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen waar de telefoon van die [slachtoffer 2] is, terwijl die [slachtoffer 2] onder schot werd gehouden en/of
- te vragen naar de pincode(s) van de gevonden bankpas(sen), terwijl die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] onder schot werd(en) gehouden en/of terwijl er een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in elk geval een hard voorwerp, tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] werd gehouden en/of
- de handen van die [slachtoffer 1] vast te tapen, terwijl die [slachtoffer 1] onder schot werd gehouden
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 oktober 2022
te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- het plan voor voornoemd strafbaar feit te bedenken en/of
- door voornoemde [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] , althans een of meer andere verdachte(n), op de hoogte te stellen van voornoemd plan en/of in staat te stellen voornoemd plan uit te voeren.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 14 februari 2023, met documentcode MD2R022156-274, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 721. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 128 tot en met 131.
3.Pagina’s 137 tot en met 139.
4.Pagina’s 141 en 142.
5.Pagina 205.
6.Pagina’s 485, 487, 491, 492, 493 en 496.
7.Pagina’s 513, 514, 518, 520, 521 en 522.
8.Pagina’s 537 en 538.
9.Pagina’s 420, 421 en 460.