In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 26 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft verweerder op 17 maart 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 7 november 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. Verweerder is opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, en is openbaar uitgesproken op 8 februari 2023.