Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de Gemeente Zeist als eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om herbeoordeling. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet sturen. In dit geval is niet in geschil dat verweerder te laat is met het nemen van een beslissing. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld en verweerder heeft inmiddels de volledige dwangsom van € 1.442,- betaald aan eiseres.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen vier weken na de uitspraak een beslissing te nemen. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep is kennelijk gegrond verklaard, wat betekent dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, omdat eiseres een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. Het verzoek om vergoeding van de kosten van de ingeschakelde deskundige is afgewezen, omdat deze kosten niet gerelateerd zijn aan het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Tot slot moet verweerder het griffierecht aan eiseres betalen.