Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente], verweerder (de heffingsambtenaar)
Inleiding
De grondslag van de legesaanslag
- € 1.457,93
Het geschil
Eiser betwist de berekening van de leges. Hij vindt de ambtelijk berekende bouwkosten van € 89.044,25 te hoog ingeschat en niet realistisch en verder vindt hij dat de leges over de achteraf ingediende aanvraag ook voor de helft moet worden terugbetaald.
Beoordeling van het geschil door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
€ 527,85
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
- herroept de legesaanslag van 29 november 2022 en vermindert het aan leges gevorderde bedrag tot € 1.907,25 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiser tot een bedrag van
- draagt de heffingsambtenaar op het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- aan hem te vergoeden;
- draagt de heffingsambtenaar op aan eiser een dwangsom van € 230,- te vergoeden.