ECLI:NL:RBMNE:2023:6362

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
UTR 23/2681 PW
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 22 november 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 28 maart 2023 was genomen en op 31 maart 2023 was bekendgemaakt. De termijn voor het indienen van het beroepschrift eindigde op 12 mei 2023. Eiseres heeft het beroepschrift, gedateerd 28 april 2023, met PostNL verzonden, maar de rechtbank ontving het pas op 16 mei 2023, na het verstrijken van de termijn. De rechtbank concludeert dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, omdat het poststempel op de envelop aangeeft dat het pas op 14 mei 2023 op de post is gedaan. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat zij het beroepschrift eerder heeft verzonden.

De rechtbank overweegt dat het risico van tijdige verzending voor rekening van de verzender komt. Eiseres heeft geen bewijs geleverd dat zij haar beroepschrift op 28 april 2023 daadwerkelijk heeft verzonden. De rechtbank kan alleen uitgaan van het poststempel en concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2681 PW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht

(gemachtigde: mr. M. Journée).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van verweerder van 28 maart 2023 (verzonden op 31 maart 2023).
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het te laat is ingediend en het te laat indienen niet verschoonbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Voor het indienen van een beroepschrift geldt een termijn van zes weken. [1] Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. [2] Dat is in dit soort gevallen de dag na de dag waarop het besluit is toegezonden/gepubliceerd.
Een beroepschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. [3] Wanneer het beroepschrift (aangetekend of niet-aangetekend) met de gewone post [4] wordt verstuurd, is het bij ontvangst na het einde van de termijn onder voorwaarden ook tijdig ingediend. [5] Die voorwaarden zijn dat het beroepschrift voor het einde van de termijn op de post is gedaan én het niet later dan een week na afloop van de termijn bij de rechtbank is ontvangen. Als op de envelop een leesbaar poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift op die dag op de post is gedaan. De rechtbank wijkt alleen van dit uitgangspunt af als de indiener van het beroepschrift aannemelijk maakt dat het op een eerdere datum op de post is gedaan.
3.1.
Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [6]
Is het beroep te laat ingediend?
4. Vast staat dat verweerder het bestreden besluit bekend heeft gemaakt op 31 maart 2023 door verzending per post, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 12 mei 2023.
4.1.
Eiseres heeft het beroepschrift, dat gedagtekend is op 28 april 2023, met PostNL verstuurd. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 16 mei 2023. Dat is dus na het verstrijken van de beroepstermijn. Gelet op het poststempel op de envelop gaat de rechtbank ervan uit dat het beroepschrift op 14 mei 2023 op de post is gedaan. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat het eerder op de post is gedaan. Er bevinden zich geen stukken in het dossier die wijzen op een toezending van het beroepschrift voor 14 mei 2023. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend.
Is het te laat indienen verontschuldigbaar?
5. Eiseres heeft hiervoor de volgende reden gegeven. Eiseres stelt reeds op 28 april 2023 beroep te hebben ingesteld. Op 14 mei 2023 heeft eiseres aan de rechtbank een rappel toegezonden met het verzoek om een ontvangstbevestiging toe te zenden. Op 15 juni 2023 heeft eiseres hierover ook telefonisch contact met de rechtbank opgenomen. Eiseres volhardt erin dat zij tijdig beroep heeft ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat dit geen verontschuldiging voor dit verzuim is. Het risico van tijdige verzending komt voor rekening van de verzender. Eiseres heeft geen bewijs overgelegd voor haar stelling dat zij haar beroepschrift ook daadwerkelijk op 28 april 2023 aan de rechtbank heeft gezonden. Dit had wel op haar weg gelegen. De rechtbank kan alleen uitgaan van het in het dossier aanwezige poststempel van 14 mei 2023. Dit betekent dat eiseres haar beroep te laat heeft ingesteld.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 november 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 6:7 van de Awb.
2.Dit volgt uit artikel 6:8, eerste lid, van de Awb.
3.Dit volgt uit artikel 6:9, eerste lid, van de Awb.
4.Onder gewone post wordt verstaan door PostNL of door ieder ander bij de Autoriteit Consument en Markt geregistreerd postvervoerbedrijf.
5.Dit volgt uit artikel 6:9, tweede lid, van de Awb.
6.Dit volgt uit artikel 6:11 van de Awb.