In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 november 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker behandeld. Verzoeker heeft op 11 september 2023 een verzoek ingediend, maar dit verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker het griffierecht van € 184,- niet heeft betaald, wat een vereiste is voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had verzocht om vrijstelling van het griffierecht, omdat hij stelt dat zijn inkomen lager is dan 95% van de maximale bijstandsuitkering. De griffier heeft dit verzoek echter afgewezen, omdat de korting op de uitkering van verzoeker niet van invloed is op de hoogte van zijn inkomen. Verzoeker is dakloos en heeft geen woonkosten, maar de voorzieningenrechter stelt dat dit niet leidt tot recht op vrijstelling van het griffierecht.
Daarnaast is het verzoek ook niet-ontvankelijk verklaard omdat verzoeker niet duidelijk heeft gemaakt wat hij met zijn verzoek om voorlopige voorziening wil bereiken en waarom er sprake is van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter heeft verzoeker gevraagd om verduidelijking, maar de gegeven antwoorden waren te algemeen en gaven geen helderheid over de specifieke procedure waar het verzoek op betrekking heeft. Hierdoor is het verzoek niet alleen niet-ontvankelijk vanwege het niet betalen van het griffierecht, maar ook vanwege de onduidelijkheid van het verzoek zelf. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak in het openbaar gedaan en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.