Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderden eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], een vervangende schadevergoeding van de erven van de overleden schilder [A] vanwege tekortkomingen in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De kantonrechter heeft op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Amersfoort. De eisers hadden de schilder in 2021 ingehuurd om hun woning te schilderen, maar waren ontevreden over de kwaliteit van het werk. Na het overlijden van [A] in 2021, hebben eisers de erven aangesproken voor de kosten van herstelwerkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat de eisers in verzuim waren geraakt door geen gelegenheid te geven aan [A] om de gebreken te herstellen. Dit verzuim was ontstaan voordat de onmogelijkheid tot nakoming door het overlijden van [A] zich voordeed. Hierdoor kon de vordering tot vervangende schadevergoeding niet worden toegewezen. De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde eisers in de proceskosten, die op nihil werden begroot omdat de erven geen gemachtigde hadden ingeschakeld.