ECLI:NL:RBMNE:2023:7012

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
10256402
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van de koopsom van een afzuigkap na annulering van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiser, een consument, een showroomkeuken gekocht bij gedaagde, een vennootschap onder firma. De koop omvatte ook een eiland afzuigkap. Na de levering van de keuken bleek dat de afzuigkap niet geplaatst kon worden vanwege de constructie van de woning. Eiser heeft de afzuigkap teruggebracht en verzocht om terugbetaling van de koopsom van € 800,-. Gedaagde heeft geweigerd deze terugbetaling te doen, wat heeft geleid tot de vordering van eiser. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koop van de afzuigkap is vervallen, omdat deze niet geplaatst kon worden, zoals in de koopovereenkomst was afgesproken. Eiser heeft voldoende bewijs geleverd dat de afspraak over de plaatsing van de afzuigkap enkel op de afzuigkap betrekking had en niet op de gehele keuken. Gedaagde heeft niet kunnen aantonen dat eiser de koop niet meer kon annuleren, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser recht heeft op terugbetaling van de koopsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn ook toegewezen aan eiser, aangezien gedaagde in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
Vonnis van 14 juni 2023
in de zaak met zaaknummer: 10256402 \ LC EXPL 22-2870 D/51246 van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde M. Willemse (CW & Partners),
tegen
de vennootschap onder firma
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde, hierna te noemen: [gedaagde] ,
vertegenwoordigd door haar vennoten [A] en [B] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 16 december 2022 met 3 producties;
- de conclusie van antwoord;
- de aanvullende producties A tot en met D van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 17 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 mei 2023 is namens [eiser] mevrouw [C] (hierna: [C] ) verschenen. Verder was de heer M. Willemse, gemachtigde van [eiser] , aanwezig. Namens [gedaagde] was niemand aanwezig.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 21 april 2022 bij [gedaagde] een u-vormige showroomkeuken gekocht voor € 4.900,-. Onderdeel van de koop was een eiland afzuigkap met typenummer [....] voor € 800,-. [eiser] heeft deze afzuigkap op advies van [gedaagde] gekocht.
2.2.
In de koopovereenkomst staat – voor zover van belang – het volgende:

Afzuigkap [.]
(…)
BIJZONDERHEDEN: als hij niet geplaats kan worden vervalt de koop”.
2.3.
De keuken inclusief afzuigkap is op 26 mei 2022 geleverd.
2.4.
De keuken is op 7-8 september 2022 door een derde geïnstalleerd. De afzuigkap is niet geplaatst. Tijdens de installatie van de keuken bleek dat het raam niet meer open zou kunnen als de afzuigkap geïnstalleerd zou worden.
2.5.
[eiser] heeft de afzuigkap op 9 september 2022 teruggebracht naar [gedaagde] .
2.6.
Bij brief van 29 september 2022 heeft [eiser] [gedaagde] verzocht om het aankoopbedrag van de afzuigkap van € 800,- binnen drie werkdagen terug te betalen. [gedaagde] is niet tot terugbetaling overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 920,- (bestaande uit € 800,- aan hoofdsom en € 120,- aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 800,- en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat de koop van de afzuigkap is vervallen. Ter onderbouwing verwijst [eiser] naar de afspraak “
als hij niet geplaats kan worden vervalt de koop” in de koopovereenkomst. Verder stelt [eiser] dat hij bij het sluiten van de koopovereenkomst heeft gedwaald. Volgens [eiser] heeft hij de afzuigkap op advies van [gedaagde] aangeschaft en had [gedaagde] als professionele keukenverkoper moeten weten dat een eiland afzuigkap niet geschikt is voor een u-vormige keuken.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Koop van de afzuigkap is vervallen
4.1.
[gedaagde] voert aan – naar de kantonrechter begrijpt – dat de afspraak “
als hij niet geplaats kan worden vervalt de koop” ziet op de volledige keuken en niet op de afzuigkap. Volgens [gedaagde] zou [eiser] na het sluiten van de koopovereenkomst thuis het een en ander opmeten en zou hij de keuken niet afnemen als deze niet bleek te passen. De koopovereenkomst zou dan volgens [gedaagde] worden ontbonden en dat is niet gebeurd.
4.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [C] namens [eiser] toegelicht dat de afspraak juist alleen ziet op de afzuigkap. Volgens [C] wensten zij en [eiser] in eerste instantie een inductieplaat met ingebouwde afzuigkap, maar bleek dat niet mogelijk en heeft [gedaagde] toen de eiland afzuigkap geadviseerd. [C] heeft verklaard dat zij destijds met [gedaagde] heeft besproken dat de afzuigkap voor een raam zou komen te hangen en dat het raam vanwege alle kookdampen open en dicht moest kunnen. Volgens [C] heeft zij ook nog aan [gedaagde] gevraagd of de eiland afzuigkap zou passen.
4.3.
Partijen zijn het niet eens over de vraag hoe de afspraak “
als hij niet geplaats kan worden vervalt de koop” uit de koopovereenkomst moet worden uitgelegd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] voldoende onderbouwd dat de afspraak ziet op de afzuigkap en niet – zoals [gedaagde] aanvoert – op de volledige keuken. [C] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht waarom de afspraak in de koopovereenkomst is opgenomen. Uit die toelichting blijkt dat de afspraak ziet op de afzuigkap. Omdat bij de mondelinge behandeling namens [gedaagde] niemand aanwezig was, heeft [gedaagde] de toelichting door [C] niet weersproken. De kantonrechter stelt dan ook vast dat de afspraak in de koopovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat de koop van de afzuigkap zou vervallen als deze niet geplaatst kon worden. [gedaagde] heeft niet betwist dat de afzuigkap niet geplaatst is omdat het raam anders niet meer open zou kunnen. Dat betekent in beginsel dat de koop van de afzuigkap op grond van de afspraak in de koopovereenkomst is vervallen.
4.4. [gedaagde]
voert nog aan dat [eiser] de koop niet meer kan annuleren, omdat de afzuigkap vier maanden bij [eiser] heeft gestaan. Volgens [gedaagde] had zij de afzuigkap binnen 30 dagen nog kunnen retourneren aan de leverancier. Verder was retourneren volgens [gedaagde] ook niet mogelijk omdat [eiser] de originele verpakking had opengemaakt. [eiser] stelt daartegenover dat op de koopovereenkomst geen algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verder heeft [C] tijdens de mondelinge behandeling nog namens [eiser] verklaard dat de keuken niet eerder dan op 7-8 september 2022 geïnstalleerd kon worden.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan [gedaagde] niet aan [eiser] tegenwerpen dat de afzuigkap pas na vier maanden is teruggebracht en dat de verpakking was opengemaakt. [gedaagde] heeft namelijk geen algemene voorwaarden of andere stukken ingediend waaruit blijkt dat de afzuigkap binnen 30 dagen in de originele, onbeschadigde verpakking teruggebracht moest worden. Dat [gedaagde] de afzuigkap nu niet meer kan retourneren aan de leverancier, komt voor haar rekening en risico. Het verweer van [gedaagde] faalt.
4.6.
Op grond van het voorgaande heeft [eiser] recht op terugbetaling van het aankoopbedrag van de afzuigkap van € 800,-. De vordering van [eiser] zal dan ook worden toegewezen. Het beroep op dwaling behoeft geen nadere bespreking.
Wettelijke rente
4.7.
[eiser] vordert de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). [gedaagde] is wettelijke rente verschuldigd over de periode dat zij met terugbetaling van het bedrag van € 800,- in verzuim is geweest. Omdat [gedaagde] niet binnen de termijn uit de brief van 29 september 2022 tot terugbetaling is overgegaan, is [gedaagde] in verzuim geraakt. De wettelijke rente zal dan ook worden toegewezen vanaf 3 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
[eiser] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 120,- aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten en nakosten
4.9. [gedaagde]
zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten van [eiser] worden begroot op:
dagvaarding
108,41
griffierecht
214,00
salaris gemachtigde
264,00
(2 punten × € 132,00)
Totaal
586,41
4.10.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van:
I. € 800,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover vanaf 3 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
II. € 120,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 586,41;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] , als zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, om de na dit vonnis ontstane kosten te betalen, begroot op:
- € 66,- aan salaris voor de gemachtigde,
- te vermeerderen, als het vonnis door de deurwaarder is betekend, met de explootkosten die hiervoor in rekening zijn gebracht;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.