ECLI:NL:RBMNE:2023:7025

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
UTR 22/4431
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 22 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de besluiten van de heffingsambtenaar van de gemeente Almere niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen meerdere besluiten van de heffingsambtenaar, maar heeft het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de niet-betaling van het griffierecht een inhoudelijke behandeling van de zaak uitsluit. Eiseres had op 26 februari 2022 een bezwaarschrift ingediend tegen de naheffing parkeerbelasting, maar dit bezwaarschrift werd als beroepschrift doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank heeft eiseres op 29 juli 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, verklaart de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 22/4431, UTR 22/4439, UTR 22/4441 en UTR 22/4447

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres], te [vestigingsplaats], eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen de besluiten van verweerder van
14 januari 2022, 13 januari 2022, 22 januari 2022 en 25 januari 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiseres heeft op 26 februari 2022 een bezwaarschrift ingediend tegen de uitspraken op bezwaar, tegen de naheffing parkeerbelasting met betrekking tot parkeren op de
São Paulostraat in Almere, met het voertuig met kenteken [kenteken]. Verweerder heeft dit bezwaarschrift als beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank.
3. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
Omdat er sprake is van samenhangende zaken, is dit bedrag voor alle vier de beroepszaken samen verschuldigd.
4. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
5. De rechtbank heeft eiseres op 29 juli 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
6. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
7. De beroepen zullen niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over de beroepen doen. De beroepen zijn kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
8. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.