ECLI:NL:RBMNE:2023:7033
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 3 juli 2023. Eiseres heeft haar beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 4 september 2023, terwijl de termijn voor indiening op 14 augustus 2023 verstreken was. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat het niet nodig was gezien de te late indiening.
De rechtbank overweegt dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. Eiseres heeft aangevoerd dat haar vertraging te maken had met persoonlijke omstandigheden, waaronder mantelzorg voor haar zieke grootouders. De rechtbank heeft begrip voor deze situatie, maar oordeelt dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening van het beroepschrift. De verantwoordelijkheid voor tijdige indiening ligt bij eiseres, en de termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn die niet kan worden verlengd.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 november 2023.