ECLI:NL:RBMNE:2023:7033

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
UTR 23/4444
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 3 juli 2023. Eiseres heeft haar beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 4 september 2023, terwijl de termijn voor indiening op 14 augustus 2023 verstreken was. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat het niet nodig was gezien de te late indiening.

De rechtbank overweegt dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. Eiseres heeft aangevoerd dat haar vertraging te maken had met persoonlijke omstandigheden, waaronder mantelzorg voor haar zieke grootouders. De rechtbank heeft begrip voor deze situatie, maar oordeelt dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening van het beroepschrift. De verantwoordelijkheid voor tijdige indiening ligt bij eiseres, en de termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn die niet kan worden verlengd.

Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4444

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 3 juli 2023.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 3 juli 2023. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 14 augustus 2023 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 4 september 2023. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Eiseres gaf aan dat het te laat indienen van het beroepschrift heeft te maken dat ze naast haar eigen vakantie, druk was met het mantelzorgen voor haar zieke opa en oma.
5.De rechtbank heeft begrip voor de situatie van eiseres. Dit is echter geen geldige reden voor het niet op tijd instellen van het beroep. Het is ook onder deze omstandigheden de verantwoordelijkheid van eiseres om tijdig beroep in te dienen, indien zij er zelf niet toe in staat was, dat voor haar te laten doen. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn is. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het beroep zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard..
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren rechter, in aanwezigheid van S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 november 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.