ECLI:NL:RBMNE:2023:7034
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 5 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 30 mei 2023 bekend was gemaakt. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit te worden ingediend. Dit betekent dat het beroepschrift uiterlijk op 11 juli 2023 bij de rechtbank had moeten zijn. Echter, de rechtbank ontving het beroepschrift pas op 12 juli 2023, waardoor het beroep te laat was ingediend.
De rechtbank heeft in overweging genomen dat eiser aangaf dat hij op vakantie was en daardoor niet in staat was om tijdig beroep in te dienen. Ondanks het begrip voor de situatie van eiser, oordeelt de rechtbank dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om ervoor te zorgen dat hij tijdig op de hoogte is van belangrijke zaken, ook tijdens zijn vakantie. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn, wat betekent dat deze niet kan worden verlengd zonder verschoonbare omstandigheden.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Awb. Er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.