ECLI:NL:RBMNE:2023:7594
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen beslissing op bezwaar inzake arbeidsongeschiktheid
Op 1 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 5 januari 2023, waarin het bezwaar van haar (ex-)werkgever niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In het beroepschrift stelde eiseres dat de herbeoordeling die volgde op het bezwaar van de (ex-)werkgever niet had mogen plaatsvinden voordat het bezwaar was voorzien van gronden. Eiseres gaf aan belang te hebben bij de uitkomst van deze herbeoordeling. De verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gaf in zijn verweerschrift aan dat de beslissing op bezwaar van 5 januari 2023 enkel betrekking had op de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de (ex-)werkgever en dat deze beslissing geen materiële gevolgen had voor eiseres.
De rechtbank oordeelde dat de beslissing van 5 januari 2023 enkel het bezwaar van de (ex-)werkgever betrof en dat het besluit van 22 december 2021, waartegen het bezwaar was gericht, in stand bleef. De rechtbank concludeerde dat eiseres met haar beroep niet het gewenste resultaat kon bereiken, omdat er geen rechtsgevolgen voor haar uit de beslissing voortvloeiden. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.