Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3. Het geschil
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de aansprakelijkheid bij de import van een auto uit Duitsland. [eiser] had [gedaagde] benaderd om hem te helpen bij de aankoop van een tweedehands BMW. [gedaagde] heeft de auto in eigen naam gekocht van een Duitse dealer, maar [eiser] heeft de koopprijs aan [gedaagde] betaald. Na de aankoop bleek de auto gebreken te vertonen, wat leidde tot een geschil over de vraag of er een koopovereenkomst of een lastgevingsovereenkomst was gesloten.
De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een lastgevingsovereenkomst, waarbij [gedaagde] in eigen naam en voor rekening van [eiser] handelde. Dit betekende dat [eiser] niet rechtstreeks [gedaagde] kon aanspreken voor gebreken aan de auto, omdat hij geen partij was bij de koopovereenkomst met de Duitse dealer. De primaire vorderingen van [eiser] werden afgewezen, evenals de subsidiaire vorderingen die gebaseerd waren op de veronderstelling dat er een koopovereenkomst was gesloten.
De rechter concludeerde dat [gedaagde] niet tekortgeschoten was in zijn verplichtingen als lasthebber, omdat hij de auto had gekocht zonder garantie, wat ook duidelijk was gemaakt door de dealer. [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] werden begroot op € 660,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.