ECLI:NL:RBMNE:2023:944
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake betalingsverplichtingen voertuigen door gebrek aan belanghebbendheid
In deze zaak heeft Car Import Service B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de directie van de RDW, dat betrekking heeft op de inschrijving en identificatie van verschillende voertuigen van [A]. De RDW heeft het bezwaar van [A] tegen het besluit op 28 januari 2016 niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens heeft de RDW op 10 juni 2020 een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond werd verklaard. Car Import Service B.V. heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar deze heeft geoordeeld dat de judiciële lus niet van toepassing was en het hoger beroepschrift doorgestuurd naar de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep op 16 augustus 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Op 12 december 2022 heeft de rechtbank de bijstand van de toenmalige gemachtigde van eiseres geweigerd en hen de gelegenheid gegeven om een andere gemachtigde aan te wijzen, wat niet is gebeurd. De rechtbank heeft het beroep verder behandeld op 28 februari 2023, waarbij wederom de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit op bezwaar betrekking heeft op tarieven die [A] moest betalen voor zijn voertuigen, maar dat het beroep is ingesteld door Car Import Service B.V. De rechtbank concludeert dat Car Import Service B.V. geen belanghebbende is bij het besluit op bezwaar en dat er geen bewijs is dat zij het beroep namens [A] heeft ingesteld. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en ziet zij geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers en is openbaar uitgesproken op 3 maart 2023.