ECLI:NL:RBMNE:2023:951
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de heffingsambtenaar bij naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Zeist over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiseres ontving op 10 juli 2022 een naheffingsaanslag van € 61,80 voor het parkeren zonder betaling op 2 juli 2022. Na een ongegrond verklaard bezwaar heeft eiseres beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 8 februari 2023, die via een beeldverbinding plaatsvond, gaf eiseres aan dat zij het verweerschrift van de heffingsambtenaar niet had ontvangen, maar de rechtbank concludeerde dat dit voor haar rekening en risico kwam, aangezien de stukken correct waren verzonden.
Eiseres betwistte de bevoegdheid van de heffingsambtenaar om uitspraak te doen op bezwaar, stellende dat er geen mandaat was verleend aan de directeur-bestuurder van Coöperatie ParkeerService U.A. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsambtenaar bevoegd was, op basis van de Gemeentewet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De rechtbank bevestigde dat de heffingsambtenaar van de gemeente Zeist de uitspraak op bezwaar had gedaan en dat het aanwijzingsbesluit correct was gepubliceerd, waardoor de bevoegdheid van de heffingsambtenaar was gewaarborgd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft. Eiseres kreeg geen schadevergoeding of terugbetaling van griffierecht, en het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas, in aanwezigheid van griffier C. Fix.