Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
bij beslag op een goed van de schuldenaar, bij faillissement of surséance van de schuldenaar of aanvrage daartoe, en in alle andere gevallen waarin hij het vrije beheer over een of meer van zijn goederen verliest, alsmede bij zijn overlijden;
in geval van overlijden van de schuldeiser;
ingeval van overlijden van de moeder van de schuldenaar.
3.Het geschil in conventie
partijen beogen dat de hoofdsom en de beschreven vaste rentevergoeding zal worden voldaan uit de eventuele verkrijging door schuldenaar onder 1.a uit de nalatenschap van zijn moeder.”