In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 18 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 29 maart 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 26 oktober 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen. Verweerder had verzocht om een langere termijn van dertien weken, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet nodig is, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 418,50, en moet hij het betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra op 28 februari 2023.