In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 25 januari 2023, staat de vordering van [eiseres] centraal, die [gedaagde] verzoekt om een boedelbeschrijving en jaarlijkse opgave van de goederen die behoren tot de nalatenschap van haar overleden partner, [erflater]. De procedure is gestart na een reeks van correspondentie tussen partijen, waarin [eiseres] haar zorgen uitte over de administratie van de nalatenschap door [gedaagde]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet heeft voldaan aan haar verplichtingen om de nalatenschap afzonderlijk van haar privévermogen te administreren, maar heeft ook erkend dat het tijdsverloop en de omstandigheden rondom de communicatie tussen partijen hebben bijgedragen aan de huidige situatie. De rechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] alsnog aan haar opgaveplicht kan voldoen door jaarlijks de WOZ-waarde van de woning te verstrekken. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] voor het overige afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van erfgenamen in het kader van de administratie van een nalatenschap en de noodzaak van transparantie tussen partijen.