ECLI:NL:RBMNE:2024:1129
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- G. Koning
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om moratorium op basis van artikel 287b Fw in het kader van schuldsanering
Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin de verzoeker, geboren in 1990 en wonende in [woonplaats], een verzoek tot voorlopige voorziening heeft ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet (Fw). Dit verzoek was ingediend gelijktijdig met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker stelde dat hij een minnelijke schuldregeling met zijn schuldeisers trachtte te bereiken en dat de voorlopige voorziening noodzakelijk was om rust te creëren voor dit proces.
Tijdens de zitting op 26 februari 2024 zijn de verzoeker, schuldhulpverleners en vertegenwoordigers van de verweerster, Stichting Portaal, gehoord. De verweerster betwistte de stabiliteit van de situatie van de verzoeker, verwijzend naar eerdere betalingsachterstanden en het niet nakomen van gemaakte afspraken. De rechtbank overwoog dat de voorlopige voorziening bedoeld is om schuldenaren de kans te geven hun situatie te stabiliseren en een regeling met schuldeisers te bereiken, maar dat de situatie van de verzoeker te instabiel en onduidelijk was.
De rechtbank concludeerde dat de verzoeker zijn huurverplichtingen niet in verhouding stonden tot zijn inkomsten, die fluctueerden tussen de € 1.000,- en € 1.500,- per maand, terwijl de huur € 1.127,11 bedroeg. De rechtbank oordeelde dat de noodzaak voor de voorlopige voorziening onvoldoende was aangetoond en wees het verzoek af. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. G. Koning.