ECLI:NL:RBMNE:2024:1299

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 maart 2024
Publicatiedatum
6 maart 2024
Zaaknummer
23/4595
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar kinderopvangtoeslag

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 9 maart 2022 met betrekking tot de lichte toets compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 7 maart 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij zij heeft vastgesteld dat verweerder op 15 augustus 2023 een beslissing heeft genomen op het bezwaar van eiseres. Eiseres heeft op 18 september 2023 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is. Dit komt doordat het beroep is ingesteld nadat verweerder al een beslissing op het bezwaar had genomen, waardoor eiseres geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar. De rechtbank heeft daarom geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van L. Beijerinck, griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4595

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J. van den Ende),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ).

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar van 9 maart 2022 tegen de lichte toets compensatie kinderopvangtoeslag.
Op 2 oktober 2023 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
3. Op 15 augustus 2023 heeft verweerder een beslissing genomen op het bezwaar van eiseres. Bij brief van 18 augustus 2023, ontvangen door verweerder op 22 augustus 2023, is verweerder in gebreke gesteld.
4. Eiseres heeft bij brief van 18 september 2023 beroep ingesteld, omdat zij stelt dat verweerder niet tijdig een beslissing op haar bezwaar heeft genomen.
5. Verweerder stelt dat eiseres geen procesbelang heeft, omdat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar werd ingesteld nadat verweerder een beslissing op bezwaar heeft genomen. Hierop is geen reactie gekomen vanuit eiseres.
6. De rechtbank stelt vast dat het beroep van eiseres ingesteld werd nadat verweerder de beslissing op bezwaar genomen heeft. Er is daarom niet gebleken dat eiseres nog een belang heeft bij het beoordelen van het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar.
7. Het beroep daarom is niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet inhoudelijk kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van L. Beijerinck, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 maart 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.