Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het om in deze zaak?
3.De beoordeling van het verzoek van [verzoeker]
3.10. De vernietiging van het ontslag op staande voet heeft tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst ook na 9 november 2023 is blijven bestaan, zodat in beginsel ook aanspraak is blijven bestaan op betaling van loon.
nettobedraagt. [verweerder] heeft daartegenover zonder verdere onderbouwing gesteld dat het maandsalaris € 1.800,59
brutobedraagt met de toevoeging van de - ook niet toegelichte - stelling dat [verzoeker] een ‘opschortende bonus’ ontving “als de financiën dat toelieten” en “er voldoende klussen werden verricht door [verzoeker] ”.
gemotiveerdop in te gaan, bijvoorbeeld onder overlegging van afschriften van die loonstroken als hij vindt dat ze wél zijn verstrekt. [verweerder] heeft er echter voor gekozen te volstaan met de stelling dat hij die loonstroken heeft gegeven. Daargelaten het feit dat dit vraagtekens stelt bij zijn procesaanpak, heeft dit tot gevolg dat de kantonrechter van de juistheid van het standpunt van [verzoeker] moet uitgaan: er zijn geen loonstroken verstrekt (wat wel tot de verplichting van [verweerder] hoort) en hij heeft ze ook niet alsnog verstrekt.
4.De beslissing
5.De beoordeling van het tegenverzoek van [verweerder]
6.De beslissing
- ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen;
- bepaalt het einde van de arbeidsovereenkomst op 1 mei 2024;