ECLI:NL:RBMNE:2024:1662
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres B.V. tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 18 augustus 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat is ingediend, namelijk op 10 oktober 2023, terwijl de uiterste datum voor indiening 29 september 2023 was. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat het niet nodig was gezien de te late indiening van het beroep.
De rechtbank overweegt dat een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend, zoals vastgelegd in de artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres stelde dat zij ervan uitging dat het beroep tegen de beslissing op bezwaar over de NOW1 ook betrekking had op de NOW2, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening. De beroepsclausule onder de beslissing op bezwaar over de NOW2 was duidelijk en eiseres heeft niet voldoende onderbouwd waarom zij deze veronderstelling had.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb en dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is een fatale termijn, wat betekent dat deze niet kan worden verlengd zonder verschoonbare omstandigheden. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 februari 2023.