ECLI:NL:RBMNE:2024:1978
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake sluiting woning na aanslag met zwaar vuurwerk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P. van der Meer, had bezwaar gemaakt tegen de sluiting van zijn woning door de burgemeester van Almere, die was ingesteld na een aanslag met zwaar (illegaal) vuurwerk en brandbommen op 9 november 2023. De burgemeester had de woning gesloten op grond van artikel 174a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, voor de duur van drie maanden, omdat er een ernstige vrees bestond voor een verstoring van de openbare orde.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van de sluiting afgewezen. Tijdens de zitting op 19 maart 2024 is vastgesteld dat er nog steeds een actuele dreiging bestaat, gezien de betrokkenheid van verzoeker bij een conflict in het criminele milieu. De burgemeester had zich gebaseerd op bestuurlijke rapportages van de politie, die wezen op een risico voor de openbare orde. Verzoeker betwistte de bevoegdheid van de burgemeester om de woning te sluiten en stelde dat de dreiging niet langer actueel was, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester terecht had gehandeld.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan de belangen van verzoeker om in zijn woning te verblijven. Hoewel de motivering van de sluiting verbetering behoeft, was de sluiting noodzakelijk om herhaling van geweld of bedreiging te voorkomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de sluiting van de woning in stand blijft.