ECLI:NL:RBMNE:2024:2008

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
C/16/571326 / FZ RK 24-164
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.M. Janssen - Witteveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging tot verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling familierecht, een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1993 in het Verenigd Koninkrijk. De officier van justitie had op 1 maart 2024 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op 18 maart 2024, waarbij de betrokkene werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.W. Veldhuijsen, en een psychiater. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel en risico's voor zijn veiligheid en gezondheid.

De rechtbank heeft de verzoeken om verplichte zorg beoordeeld en besloten dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 18 september 2024, en omvat onder andere het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het controleren op gedrag-beïnvloedende middelen. De rechtbank heeft de verzoeken om insluiting en toezicht niet toegewezen, op basis van de argumenten van de advocaat en de psychiater. De beschikking is mondeling gegeven en zal schriftelijk worden uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/571326 / FZ RK 24-164
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 18 maart 2024, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),
ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] (Verenigd Koninkrijk),
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te GGZ Centraal, locatie [locatie] te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.W. Veldhuijsen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 maart 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 29 februari 2024;
- de zorgkaart;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz en strafvorderlijke en justitiegegevens;
- een uittreksel van het curatele- en bewindregister van 1 maart 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 maart 2023 in het gebouw van GGZ Centraal, locatie [locatie] te [verblijfplaats] .
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. M.W. Veldhuijsen;
- de heer [psychiater] , psychiater;
- de heer [arts] , arts.
De psychiater heeft na zijn toelichting en de beantwoording van enkele vragen de mondelinge behandeling moeten verlaten in verband met andere afspraken.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene, de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder en de officier van justitie verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
De standpunten
Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat hij kan instemmen met de zorgmachtiging. De advocaat heeft verzocht om de vormen van verplichte zorg die zien op het insluiten en het uitoefenen van toezicht niet toe te wijzen omdat deze in het verleden nooit zijn toegepast
De psychiater heeft ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene herstellende is van een psychose en dat de psychotische ideeën wat meer naar de achtergrond zijn geraakt. Er heeft diagnostiek plaatsgevonden. Betrokkene is een “carrousel” patiënt die onvermogen laat zien in het omgaan met zijn verslaving. Hierdoor decompenseert betrokkene snel en heftig. Tijdens het vervolg van de opname zal gekeken moeten worden wat nodig is om betrokkene verder te laten herstellen, met wellicht de optie van begeleid wonen.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
2.4.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging waarin de hierna in de beslissing vermelde vormen van zorg worden toegewezen. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De zorgmachtiging is noodzakelijk om betrokkene verder te stabiliseren en samen met hem naar passende hulpverlening en begeleid wonen te kijken. De rechtbank volgt de advocaat en zal de vormen van verplichte zorg die zien op het insluiten en het uitoefenen van toezicht niet toewijzen.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 18 september 2024.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] (Verenigd Koninkrijk) voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 september 2024.
Deze beschikking is op 18 maart 2024 mondeling gegeven door mr. M.M. Janssen - Witteveen, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door W.P.J. Rubingh als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!