ECLI:NL:RBMNE:2024:2228

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 april 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
23/4954
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening zonder geldige reden

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 12 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op het bezwaarschrift van de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat is ingediend, namelijk op 6 oktober 2023, terwijl dit uiterlijk op 4 oktober 2023 ontvangen had moeten zijn. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet nodig was gezien de te late indiening van het beroep.

De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) een beroepschrift binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. In dit geval was de uitspraak op bezwaar bekendgemaakt op 23 augustus 2023. Eiser is in de gelegenheid gesteld om een geldige reden voor de te late indiening op te geven, maar heeft geen reden opgegeven. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen.

De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23 / 4954

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 april 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser(es),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser(es) tegen de uitspraak op het bezwaarschrift van verweerder van 23 augustus 2023.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser(es) is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. In een zaak die valt onder de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr), zoals deze zaak, moet een beroepschrift worden ingediend binnen zes weken na de datum waarop dat besluit is genomen of - als het besluit pas later bekend is gemaakt - binnen zes weken na de datum van bekendmaking (artikel 26c van de Awr). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is de uitspraak op bezwaar bekendgemaakt op 23 augustus 2023. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 4 oktober 2023 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 6 oktober 2023. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser(es) niets aan kan doen.
4. Eiser(es) heeft geen reden gegeven waarom het beroepschrift te laat is ingediend. Hiertoe is eiser(es) wel in de gelegenheid gesteld bij aangetekende brief van 24 november 2023.
5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Daarom zal het beroep niet inhoudelijk worden behandeld.
6. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
mr. L. Vlaar, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 april 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden. Digitaal verzet instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Verzet instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht..