In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 april 2024 uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Veenendaal, dat op 26 oktober 2023 was genomen. Eiser had het beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. Het beroepschrift was per post ontvangen op 11 december 2023, terwijl de termijn voor indiening op 7 december 2023 was verstreken. Eiser had het beroepschrift weliswaar eerder via Veilig Mailen ingediend, maar dit werd niet geaccepteerd voor lokale- en rijksbelastingzaken, zoals op de website van rechtspraak.nl was vermeld. De rechtbank oordeelde dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was, omdat van eiser en haar professioneel gemachtigde verwacht mocht worden dat zij op de hoogte waren van de regels omtrent de indiening van het beroepschrift. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.