In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 12 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Gooise Meren behandeld. Eiser heeft het griffierecht van € 50,00 niet op tijd betaald, wat leidt tot de kennelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank heeft eiser op 5 januari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet tijdig is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.