ECLI:NL:RBMNE:2024:2308
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Eversteijn
- L.E. Mollerus
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid bestuursrechter inzake verzoek om aangifte strafbare feiten
In deze zaak heeft eiser op 31 december 2023 een verzoek ingediend bij de Rijksrecherche om zijn aangiftes van strafbare feiten, gedaan op 7 en 20 juli 2022, in behandeling te nemen. De Rijksrecherche heeft echter aangegeven geen aanleiding te zien voor nader onderzoek en verwezen eiser naar de Hoofdofficier van Justitie. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De rechtbank heeft op 4 april 2024 uitspraak gedaan en geconcludeerd dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroep en het verzoek kennis te nemen. Dit is gebaseerd op artikel 1.6 van de Algemene wet bestuursrecht, waaruit blijkt dat de bestuursrechter geen rechtsbescherming kan bieden tegen de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De rechtbank heeft daarom geen zitting gehouden en heeft de beslissing zonder zitting genomen. Eiser krijgt het door hem betaalde griffierecht terug, omdat de rechtbank niet bevoegd was. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.