ECLI:NL:RBMNE:2024:2520

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
23/4522
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 18 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser(es) en de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad. Eiser(es) had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 23 augustus 2023. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser(es) het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser(es) op 21 oktober 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiser(es) geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en heeft besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4522

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser(es),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Lelystad, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser(es) tegen het besluit van verweerder van
23 augustus 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser(es) heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser(es) niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser(es) op 21 oktober 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser(es) het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser(es) heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld. (artikel 8:54 Awb).
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2024.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.