In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 20 maart 2024, wordt het verzet van eiser tegen een dwangbevel in naam van de koning van 1 september 2023 behandeld. Eiser heeft op 12 oktober 2023 verzet ingesteld tegen een brief van verweerder, die op 1 september 2023 is verzonden. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is.
De rechtbank overweegt dat de invordering van een belastingaanslag kan plaatsvinden op basis van de Invorderingswet 1990 (IW) door middel van een dwangbevel dat door de ontvanger wordt uitgevaardigd. De belastingschuldige kan tegen de tenuitvoerlegging van dit dwangbevel in verzet komen bij de rechtbank. Echter, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan er geen beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter tegen een dwangbevel. Het verzet moet worden ingesteld bij de civiele rechter. De rechtbank concludeert dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen.
De beslissing van de rechtbank is dat zij zich onbevoegd verklaart. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en van eiser is geen griffierecht geheven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet in te stellen tegen deze uitspraak binnen zes weken.