ECLI:NL:RBMNE:2024:2598
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken van machtiging en identiteit van eiser
In deze zaak heeft de voormalig gemachtigde namens eiser beroep ingesteld tegen een besluit van de RDW. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voormalig gemachtigde zich heeft onttrokken en dat eiser niet bereikbaar was. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat eiser geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan op 22 april 2024, waarbij de rechtbank heeft opgemerkt dat de voormalig gemachtigde geen geldige machtiging heeft overgelegd en dat er geen gegevens over eiser beschikbaar waren. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding en dat het griffierecht niet wordt teruggegeven. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter M. Eversteijn in aanwezigheid van griffier M.M. van Luijk-Salomons.