ECLI:NL:RBMNE:2024:2742

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
16/056371-23, 16/202158-23 en 16/203808-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor toegang verschaffen tot besloten plek, bankpasfraude, diefstal en poging tot afpersing

Op 30 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2006. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder het toegang verschaffen tot een besloten plek door middel van inklimming, bankpasfraude, diefstal van geld en sieraden, en een poging tot afpersing. De feiten vonden plaats tussen november 2022 en februari 2023 in verschillende plaatsen, waaronder Antwerpen, Zutphen en Almere. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 120 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 90 uren. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met anderen plegen van bankpasfraude, waarbij hij slachtoffers heeft misleid door zich voor te doen als bankmedewerker. Daarnaast heeft hij geprobeerd om een snackbar te overvallen, waarbij hij een nep-vuurwapen gebruikte. De rechtbank heeft de verdachte deels vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, maar achtte de subsidiaire feiten wel bewezen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zwakbegaafdheid en de invloed van zijn omgeving. De rechtbank hoopt dat de opgelegde voorwaarden bijdragen aan een positieve ontwikkeling van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/056371-23, 16/202158-23 en 16/203808-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtbank heeft uitspraak gedaan naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 april 2024. Op deze zitting was namens het Openbaar Ministerie aanwezig de officier van justitie, mr. M. Kamper. Zij heeft het standpunt van het Openbaar Ministerie naar voren gebracht en een straf gevorderd voor de strafbare feiten die zij bewezen vindt. [verdachte] en zijn raadsvrouw, mr. F. Tosun, waren eveneens aanwezig. Ook naar hun standpunten heeft de rechtbank geluisterd. Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van wat de deskundige, mevrouw [A] , van Samen Veilig (hierna: SAVE), naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

In de tenlastelegging staat welke strafbare feiten [verdachte] volgens het Openbaar Ministerie zou hebben gepleegd. De tenlastelegging zit als bijlage achter dit vonnis. Er zijn drie zaken tegen [verdachte] aangebracht. De rechtbank heeft deze zaken op zitting gevoegd. De rechtbank zal één vonnis uitspreken ten aanzien van alle drie de aangebrachte zaken. Voor de leesbaarheid van het vonnis hernummert de rechtbank de onder parketnummers 16/202158-23, 16/203808-23 en 16/056371-23, ten laste gelegde feiten op chronologische volgorde als respectievelijk de feiten 1 tot en met 5.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat [verdachte] :
Feit 1 primair: op 15 november 2022 te Antwerpen (België) samen met anderen heeft geprobeerd om cocaïne binnen het grondgebied van Nederland en/of België te brengen;
subsidiairten laste gelegd als zich toegang verschaffen tot een besloten plek door middel van inklimming;
Feit 2:op 14 februari 2023 in [plaats] samen met anderen onder valse voorwendselen [slachtoffer 1] heeft bewogen haar bankpas af te geven door zich voor te doen als een medewerker van de bank;
Feit 3: op 14 februari 2023 in [plaats] samen met anderen onder valse voorwendselen [slachtoffer 2] heeft bewogen tot afgifte van haar bankpas en sieraden door zich voor te doen als een medewerker van de bank;
Feit 4: op 14 februari 2023 in [plaats] geld heeft gestolen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ;
Feit 5 primair:op 23 februari 2023 in Almere met een ander of anderen heeft geprobeerd om geld en/of andere waardevolle goederen, toebehorende aan [snackbar] en/of [slachtoffer 3] te stelen, terwijl deze poging diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] ;
subsidiairten laste gelegd als een poging tot afpersing samen met een ander of anderen;
meer subsidiairten laste gelegd als medeplichtigheid aan de poging tot diefstal samen met een ander of anderen met geweld en/of bedreiging met geweld;
meest subsidiairten laste gelegd als medeplichtigheid aan de poging tot afpersing samen met een ander of anderen met geweld en/of bedreiging met geweld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen om de vervolging van [verdachte] te schorsen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt feit 1 primair niet wettig en overtuigend bewezen. Voor het subsidiaire feit acht zij wel voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig in het dossier. Ten aanzien van de bankfraude acht de officier van justitie alle feiten die hieronder ten laste zijn gelegd wettig en overtuigend bewezen. Tot slot vindt de officier van justitie dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] samen met een of meer anderen heeft geprobeerd [slachtoffer 3] af te persen, het subsidiaire feit. De standpunten van de officier van justitie worden besproken in paragraaf 4.3, voor zover dat nodig is.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van [verdachte] vindt dat [verdachte] ten aanzien van feit 1 moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot de bankfraude verzoekt de raadsvrouw om [verdachte] partieel vrij te spreken van de onderdelen die (kort gezegd) zien op het contact opnemen met de slachtoffers. Tot slot heeft de raadsvrouw bepleit dat [verdachte] moet worden vrijgesproken voor het medeplegen van de overval. Zijn rol lijkt meer op die van medeplichtige. Zij refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het meer subsidiair ten laste gelegde. De standpunten van de raadsvrouw worden ook besproken in paragraaf 4.3, voor zover dat nodig is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feit 1 – het uithalen van cocaïne
Vrijspraak voor het primair tenlastegelegde
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] heeft geprobeerd samen met één of meer anderen cocaïne binnen het grondgebied van Nederland of België te brengen. De rechtbank zal [verdachte] daarom hiervan vrijspreken. Uit het dossier volgt dat [verdachte] is aangetroffen in een container op een havengebied. [verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij wist dat hij daar was om cocaïne uit een andere container te halen. Ter zitting heeft hij deze verklaring ingetrokken en gezegd dat hij niet wist waarom hij precies in de container zat, het zou ook kunnen dat het ging om bijvoorbeeld het uithalen van wapens. Uit het dossier blijkt dat er op het terrein eveneens een container is aangetroffen met een lading cocaïne. Uit het dossier blijkt echter niet hoe ver deze container stond van de container waarin [verdachte] is aangetroffen en blijkt niet van een ander verband tussen die container en de container waarin [verdachte] is aangetroffen. De rechtbank komt daarom tot het oordeel, met de officier van justitie en de raadsvrouw, dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het vaststellen van opzet op het binnenhalen van cocaïne.
Bewijsmiddelen voor het subsidiair tenlastegelegde [1]
[verdachte] heeft bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 16 april 2024;
  • een klassiek proces-verbaal nummer 003701/22 met fotobijlage opgemaakt door [verbalisant 1] .
4.3.2
Feiten 2, 3 en 4 – de bankpasfraude en de diefstal
Bewijsmiddelen [3]
1. [verdachte] heeft op de zitting van 16 april 2024 het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb op 14 februari 2023 de bankpas en sieraden bij mevrouw [slachtoffer 2] en de bankpas bij mevrouw [slachtoffer 1] opgehaald. Ik ben door twee jongens opgehaald in een auto en zij hebben mij bij de adressen afgezet. Toen wij de passen hebben opgehaald heb ik ze getest door er eerst iets kleins mee te pinnen bij de Albert Heijn. Daarna heb ik geprobeerd om er een contant bedrag mee op te nemen, met één van de passen is dit gelukt. Ik heb er 50 euro voor gekregen. De sieraden heb ik afgegeven aan de jongens in de auto.
2. [slachtoffer 2] heeft volgens het
proces-verbaal van aangifte [4] van 14 februari 2023 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik werd op 14 februari 2023 gebeld door een mevrouw. Zij vertelde dat zij van de Rabobank was. Ik ben klant bij de Rabobank. Ze vertelde mij dat ze belde omdat er een bedrijf uit Duitsland 1400 euro wilde afschrijven van mijn bankrekening. Ze vroeg om mijn naam en adres en zij dat ze mijn bankrekening zou blokkeren. Ik moest daartoe mijn bankpas en bankpasreader in een envelop doen. Deze envelop zou door een medewerker van de Rabobank worden opgehaald. Hierna wilde zij mij een gratis verzekering aanbieden. Ze vroeg aan mij of ik sieraden in huis had. Ik vertelde welke sieraden ik had. Zij vertelde mij dat als ik gebruik wilde maken van deze gratis verzekering dan moest ik mijn sieraden door hun laten taxeren. Ik moest de sieraden in een envelop doen. Ik heb vervolgens de volgende sieraden in een envelop gedaan:
  • twee gouden slavenarmbanden
  • drie gouden kettingen, aan één van deze kettingen hing een medaillon dat gemaakt was van de trouwring van mijn overleden man. Aan een andere gouden ketting een groen jade hartje.
Vervolgens was ik nog in gesprek met de mevrouw van zogenaamd de Rabobank en toen er bij mij thuis werd aangebeld. Er stond een jongeman voor de deur, die mijn bankpas kwam ophalen. De jongeman kwam binnen en vroeg naar mijn laptop. Hij was ondertussen op zijn telefoon met nog iemand in gesprek. Hij logde in op mijn computer en vervolgens logde hij in op mijn Rabobankbankieren. Hierna was de jongen vrij snel weg met de enveloppen met mijn bankpas en mijn sieraden.
Uit het gesprek met de Rabobank bleek dat er twee keer gepind was bij de Albert Heijn aan de [straat] , één keer voor 17 euro en één keer voor 10 euro. Ook was er een poging geweest om 2000 euro over te schrijven naar de bankrekening van een Duits bedrijf.
3. [slachtoffer 1] heeft volgens het
proces-verbaal van aangifte [5] van 15 februari 2023 – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op 14 februari 2023 kreeg ik voor de derde keer telefoon. Ik was al eerder gebeld door iemand die zij van de bank te zijn. Maar toen heb ik niks met de telefoontjes gedaan. Ik hoorde nu dat er een vrouw aan de telefoon was die mij vroeg of ik mevrouw [slachtoffer 1] was. Ik heb toen ja gezegd tegen deze mevrouw. Ze vertelde mij dat zij erachter gekomen was dat men wilde proberen om 1.400,- euro van mijn rekening af te schrijven via Utrecht. Ze vertelde mij vervolgens dat mijn bankpas naar Utrecht gestuurd moest worden. Ze vertelde mij ook dat ik een nieuwe bankpas kreeg. Er zou donderdag tussen 13.00 uur en 15.00 uur iemand komen die mijn bankpas kwam brengen. Ik heb toen aan de vrouw haar naam gevraagd, zij zei tegen mij dat zij [naam] heette. Hierna vroeg de vrouw aan mij hoeveel geld ik op mijn bankrekening had staan. Ik heb dit bedrag toen ook genoemd. Hierna zij zei dat ik mijn bankpas in een enveloppe moest doen en dat er dan iemand aan de deur kwam om mijn bankpas op te halen. Zij heeft vervolgens mijn adres gevraagd en dit heb ik ook gegeven. Hierna kwam er een man aan de deur. Ik dacht in eerste instantie dat het een Marokkaanse of Turkse man was. Ik heb dit gevraagd aan de man en hij zei dat hij van Libanese afkomst was en dat hij in [geboorteplaats] was opgegroeid en ook daar was geadopteerd. Ik heb hem toen aan de deur laten staan en ben naar de telefoon gegaan. Daar was de vrouw nog aan de lijn. Ik heb toen gezegd dat er een Libanees aan de deur stond en toen zei de vrouw tegen mij: ‘dat klopt’. Ik heb toen de enveloppe met het bankpasje aan de man gegeven. Hierna ben ik naar de telefoon gelopen en zei dat ik de enveloppe had afgegeven en toen werd de verbinding verbroken.
Er bleek tweemaal geld te zijn opgenomen met mijn bankpas. Te weten:
650,- Euro
Geldmaat [adres] [plaats]
9,17 Euro
AH de [straat] [plaats] .
4. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen [6] van 7 maart 2023 – zakelijk weergegeven - het volgende gerelateerd:
Op 23 februari 2023 werd verdachte [verdachte] aangehouden en werd een mobiele telefoon onder hem in beslag genomen. Verdachte [verdachte] gaf de ontgrendelcode van de mobiele telefoon af. Ik deed onderzoek naar de chatgesprekken.. In een snapchatgesprek tussen ' [gebruikersnaam 1] ' en ' [gebruikersnaam 2] ' zag ik dat er op 14-02-2023 om 13:31 uur een foto met een envelop was verzonden. Op de envelop stond de naam ' [slachtoffer 2] geboren [geboortedatum] -1945'. Ik deed onderzoek naar de naam [slachtoffer 2] in het politiesysteem en zag dat er één persoon genaamd [slachtoffer 2] naar voren kwam, welke op 14 februari 2023 aangifte had gedaan van bankpasfraude/oplichting.
Telegram
Chatgesprek 'Werk' van [gebruikersnaam 2] (eigenaar) met [gebruikersnaam 3] , [gebruikersnaam 4] , [gebruikersnaam 5] en [gebruikersnaam 6] op 14
februari 2023. In het onderstaande chatgesprek werd [gebruikersnaam 2] naar twee adressen in [plaats] gestuurd. Ook werd er in dit gesprek verstuurd: Koppel: [nummer] RaboPin: [Pin] .
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Haler met vervoer
14-2-2023 08:44:25(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Actief?
14-2-2023
08:44:32(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
Si
14-2-2023
08:44:42(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Laat ze alvast samen zijn lebber gaat nu beginnen
14-2-2023
08:45:21(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Zijn jullie samen of?
14-2-2023
09:28:21 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ik ben fit
14-2-2023
09:40:46(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
wie
14-2-2023
09:40:53(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Haler en driver bro
14-2-2023
09:44:27(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
Ja
14-2-2023
09:57: 12(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Laten ze ff reageren dan
14-2-2023
09:57:53(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
yo
14-2-2023
09:58:20(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Waar zijn jullie
14-2-2023
09:58:49(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
Stad
14-2-2023
10:01 :01 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
Waar moeten we heen
14-2-2023
10:01:17(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
In [plaats] moeten ze zijn
14-2-2023
10:05:30(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
waar
14-2-2023
10:06:21 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Bro meld als je [plaats] ben ze belt die omgeving
14-2-2023
10:11.:21 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
met die reader?
14-2-2023
10: 12:01 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Jaa
14-2-2023
10: 12:05(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
We zijn met 20 min
14-2-2023
10:55:14(UTC+0
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
Wats die adje
14-2-2023
10:55:21 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Broalsje daar bent gwn in de buurt blijven
14-2-2023
11.04.02(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Is nietje eerste keer toch
14-2-2023
11:04: 14(UTC+0
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Je weet hoe et werkt
14-2-2023
11 :04: 18(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
Si
14-2-2023
11.05.35(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
tot hoe laat bellen jullie meestal
14-2-2023
11 :25:42(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Tot 16 zo
14-2-2023
11.26.01 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
want moet rond die tijd
weerbacka ally zïn
14-2-2023
11 :28:48 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
[adres] [plaats]
14-2-2023
12 :28:48 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
zou je kunnen kijken hoe ver dit is
14-2-2023
12:29:03 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
tuurlijk
14-2-2023
12:29:14 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
6 min
14-2-2023
12:29:32 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
oke momentje
14-2-2023
12:29:41 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
Koppel: [nummer]
RaboPin: [Pin]
14-2-2023
12:30:35 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
wat is die ophaal code tori
14-2-2023
12:31:05 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Luister goed naar wat k zeg ja
14-2-2023
12:31 :51 UTC+0
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Doe precies wat ik zeg
14-2-2023
12:32:03 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Voorderest niks anders zelf doen
14-2-2023
12:32:07 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
sg
14-2-2023
12:32:12 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Je blijf cominiceren
14-2-2023
12:32:14 UTC+0
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Heeft haler tellie?
14-2-2023
12:32:17 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
Je praat hele tijd met hem
14-2-2023
12:32:41 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Je gaat na daar straks
zeg je dan je van die rabo bank komt en gaat kijken op der internet bankieren
als alles goed inorde is
14-2-2023
12:33:34(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Vraag je daarna der readeren log je in
14-2-2023
12:33:49(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ja
14-2-2023
12:34:22(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
we kunnen niet bellen ofzo alsof je me collega bent
14-2-2023
12:34:36(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Jawel
14-2-2023
12:34:41 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Heb je airpods
14-2-2023
12:35:05(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
hij moet duidelijk zegge
ook als het goed is heeft u
een dossier nummer
gekregen van m mijn collega
14-2-2023
12:35:34(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ja
14-2-2023
12:35:50(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
Ze legt alles klaar voor je bij de laptop
14-2-2023
12:37:24(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
se
14-2-2023
12:37:37(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
Zeg ons als we die kant op kunnen
14-2-2023
12:37:44(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
je kan rijden
14-2-2023
12:38:10(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
se
14-2-2023
12:38:20(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
als je er bent even aangeven niet gelijk lopen ben nog eve bezig
14-2-2023
12:43:15(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ja sg
14-2-2023
12:43:32(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
je kan me bellen
14-2-2023
12:47:08(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Wat isje afkomst
14-2-2023
13:02:41 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
libanees half su
14-2-2023
13:02:49 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ma kan als een nederlander praten
14-2-2023
13:02:57 (UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
oke je kan alvast lopen
14-2-2023
13:03:43(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
sta der naast
14-2-2023
13:03:43(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Ga
14-2-2023
13:04:11(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
K bel je nu
14-2-2023
13:04:13(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
oke
14-2-2023
13:04:16(UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 6]
We zijn op loca
14-2-2023
13:35:34 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
[adres]
14-2-2023
14:13:38 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
[plaats]
14-2-2023
14:14:00 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
kan je ff checken hoe ver dit is
14-2-2023
14:14:05 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
2 min
14-2-2023
14:14:34 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
Koppel: [nummer]
14-2-2023
14:32:41 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
we kunnen gaan?
14-2-2023
14:32:54 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Alleen ophalen bra
14-2-2023
14:33:13 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Niet hogen niks
14-2-2023
14:33:15 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
se
14-2-2023
14:33:19 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Alleen aannemen
14-2-2023
14:33:20 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ja
14-2-2023
14:33:23 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
we gaan nu dan ja?
14-2-2023
14:33:30 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
wacht ff
14-2-2023
14:32:42 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Ze gaat je zeggen wanneer
14-2-2023
14:33:49 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
sg
14-2-2023
14:33:57 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
je kan gaan
14-2-2023
14:40:17 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ik loop
14-2-2023
14:42:20 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
Oke
14-2-2023
14:42:47 UTC+0
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
ben ook weer van rabo bank
14-2-2023
14:43:01 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
of ophaal dienst
14-2-2023
14:43:06 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
van allebei
14-2-2023
14:43:13 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
de ophaaldienst van de rabobank
14-2-2023
14:43:21 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
se
14-2-2023
14:43:32 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
zeg gwn als t goed is heeft u een dossier nummer gekregen en dat je t aflevert op t hoofdkantoor
14-2-2023
14:44:08 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
isg
14-2-2023
14:44:29 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
ze gaat je nu geven
14-2-2023
14:48:01 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 3]
ga niet op haar in
14-2-2023
14:48:06 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 2]
heb het
14-2-2023
14:49:42 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
[adres]
[plaats]
14-2-2023
14:52:34 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
2dingenkopen
14-2-2023
14:52:42 UTC+0)
[accountnummer] [gebruikersnaam 4]
Dan na muur en mij bellen
14-2-2023
14:52:47 UTC+0)
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft bepleit dat [verdachte] niet als medepleger betrokken is geweest bij de bestanddelen die zien op het telefonisch contact opnemen met de aangevers. Zij vindt dat [verdachte] hiervan partieel moet worden vrijgesproken. Voor het overige refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van dit verweer merkt de rechtbank het volgende op. Vaststaat dat [verdachte] niet degene is geweest die aangeefsters heeft gebeld en zich heeft voorgedaan als een medewerker van de Rabobank. Uit de verklaring van [verdachte] en het in de bewijsmiddelen opgenomen gesprek dat tijdens het begaan van de delicten is gevoerd via Telegram blijkt dat [verdachte] de bankpassen en sieraden bij aangeefsters opgehaald en daarna met de pinpassen heeft gepind. Uit het in de bewijsmiddelen geciteerde gesprek blijkt dat hij gedurende die dag in nauw contact heeft gestaan met degene die aangeefsters belde en degene die de ‘leider’ van de groep lijkt te zijn. Het was daarmee duidelijk wat het doel was van de samenwerking (namelijk het oplichten van aangeefsters) en dat het opzet van [verdachte] ook daarop was gericht. Naar het oordeel van de rechtbank was er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen alle mededaders ten opzichte van alle ten laste gelegde feitelijke handelingen. Het was immers voor [verdachte] duidelijk welke stappen er gevolgd moesten worden om aangeefsters daadwerkelijk geld afhandig te maken. [verdachte] kan daarom worden gekwalificeerd als medepleger van het delict. Dit brengt met zich mee dat hij niet alle tenlastegelegde handelingen zelf hoeft te hebben gepleegd. Hij is medeverantwoordelijk voor alle handelingen rondom het bewezenverklaarde feit, ook het telefonisch contact opnemen met de aangeefsters. Het verweer van de raadsvrouw wordt daarom verworpen.
4.3.3
Feit 5 – de overval
Vrijspraak voor het primair tenlastegelegde
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] heeft geprobeerd samen met een of meer anderen een diefstal met geweld te plegen. De rechtbank zal [verdachte] daarom hiervan vrijspreken. Uit het dossier volgt namelijk dat geprobeerd is om geld te bemachtigen via afpersing en niet via diefstal. Uit de aangifte blijkt immers dat één van de jongens bij de snackbar naar binnen is gegaan met een vuurwapen of een voorwerp dat daarop lijkt en daarbij zou hebben gezegd ‘geef geld’. Hieruit volgt dat er is geprobeerd om de aangever te dwingen geld af te geven. Uit het dossier blijkt niet dat [verdachte] of de medeverdachten een zogeheten ‘wegnemingshandeling’ hebben begaan, zoals zelf geld uit de kassa pakken. Zo’n wegnemingshandeling is juist kenmerkend voor diefstal. Omdat hier geen sprake is geweest van een wegnemingshandeling is, is er ook geen poging diefstal.
Bewijsmiddelen voor het subsidiair ten laste gelegde [7]
[verdachte] heeft bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit, maar enkel een kwalificatieverweer gevoerd. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 16 april 2024;
  • een proces-verbaal van aangifte
- een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 24 februari 2023; [10]
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] van 24 februari 2023; [11]
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] van 5 maart 2023. [12]
Bewijsoverweging voor het subsidiair ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde feiten een kwalificatieverweer gevoerd. Zij heeft bepleit dat er geen sprake is van medeplegen. De raadsvrouw stelt dat [verdachte] een organiserende rol heeft gehad en dat hij nauw betrokken is geweest, maar dat [verdachte] niet zelf de overval niet heeft gepleegd. De raadsvrouw vindt daarom dat [verdachte] meer de rol van uitlokker of medeplichtige heeft gehad.
De rechtbank overweegt dat vast staat dat [verdachte] niet met [medeverdachte 1] binnen was toen de afpersing plaatsvond. Toch kan er ook dan sprake zijn van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat ook moet worden gekeken naar het gedrag van [verdachte] en de medeverdachten vóór en na de afpersing. Als een nauwe en bewuste samenwerking kan worden vastgesteld, is [verdachte] medeverantwoordelijk voor alle handelingen die rondom de afpersing hebben plaatsgevonden. Juridisch gezien is [verdachte] dan medepleger. Daarvoor is nodig dat de materiële of intellectuele bijdrage van [verdachte] aan het plegen van het delict van voldoende gewicht is. Of een bijdrage van voldoende gewicht is hangt af van de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van verdachte, zijn aanwezigheid op belangrijke momenten en of hij zich op een geschikt moment heeft teruggetrokken. Omdat [verdachte] tijdens de afpersing buiten stond, had hij geen of een geringe rol in de uitvoering van het delict. Dit betekent dat [verdachte] pas een bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd als hij een grote(re) rol in de voorbereiding heeft gehad.
Uit de gesprekken die zijn gevonden op de telefoons van [verdachte] en de medeverdachten en uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt dat [verdachte] degene is geweest die ’de job heeft klaargezet’ voor [medeverdachte 1] . Ook heeft hij het wapen geleverd waarmee de afpersing is gedaan. Tot slot is hij de hele middag aanwezig geweest terwijl de plannen zijn besproken en heeft hij tijdens de afpersing buiten op [medeverdachte 1] gewacht. Na de poging tot afpersing zijn de jongens gezamenlijk gevlucht en aangehouden. Daarmee is de bijdrage van [verdachte] aan de afpersing naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat dit kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee acht de rechtbank hetgeen onder 5 subsidiair ten laste is gelegd bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
Feit 1 subsidiair
op 15 november 2022 te Antwerpen (België)) tezamen en in vereniging wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten in een container gelegen op het met hekken omgeven terrein van de firma [bedrijf] , gelegen aan de [adres] , in de haven van Antwerpen, terwijl verdachte zich de toegang had verschaft tot die besloten plaats door middel van inklimming;
Feit 2
op 14 februari 2023 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een bankpas, waarbij, hij, verdachte en zijn medeverdachten, zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde [slachtoffer 1] en zich daarbij heeft voorgedaan als mevrouw [naam] van de (rabo)bank en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat onbekenden 1400 euro van haar rekening proberen af te schrijven en de bankpas van die [slachtoffer 1] naar Utrecht gestuurd moet worden en dat er daarom iemand bij de woning van die [slachtoffer 1] de bankpas komt ophalen en
- naar de woning van die [slachtoffer 1] is gegaan en aldaar door voornoemde [naam] , althans de medeverdachte, telefonisch aan die [slachtoffer 1] is bevestigd dat dit de persoon is die de bankpas komt ophalen en
- vervolgens de bankpas heeft meegenomen;
Feit 3
op 14 februari 2023 te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van een bankpas en sieraden, waarbij, hij, verdachte en zijn medeverdachten, zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde [slachtoffer 2] en zich heeft voorgedaan als een medewerkster van de Rabobank en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat een Duits bedrijf 1400 euro van haar rekening probeert af te schrijven en de bankpas van die [slachtoffer 2] geblokkeerd moet worden en dat er daarom een medewerker van de Rabobank bij de woning van die [slachtoffer 2] de bankpas komt ophalen en
- die [slachtoffer 2] een verzekering heeft aangeboden voor sieraden waarbij deze sieraderen eerst getaxeerd moeten worden en/of deze dienen te worden meegegeven bij de bankpas en
- naar de woning van die [slachtoffer 2] is gegaan en/ vervolgens handelingen gepleegd middels Rabobank bankieren op de laptop/ van die [slachtoffer 2] en
- vervolgens de bankpas en sieraden heeft meegenomen;
Feit 4
op 14 februari 2023 te [plaats] telkens een geldbedrag, dat/ geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door telkens een pinpas die niet op zijn, verdachtes, naam was gesteld, telkens in geld-/pin-/betaalautomaten te steken en telkens een aan de rechtmatige houder van die pas opgegeven pincode in te toetsen en telkens met
behulp van die pinpas en pincode geld weg te nemen van telkens de houder van
de rekening;
Feit 5 subsidiair
op 23 februari 2023 te Almere tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van geld dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] en/of [snackbar] toebehoorde, (met zijn mededaders)
- naar voornoemde snackbar is gelopen en;
- met gezichtsbedekkende kleding en een tas en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de nabijheid van voornoemde snackbar heeft rondgelopen en;
- vervolgens met gezichtsbedekkende kleding en een tas inhoudende een op een vuurwapen gelijkend voorwerp voornoemde snackbar is binnengegaan en;
- vervolgens in voornoemde snackbar een op een vuurwapen gelijkend voorwerp uit voornoemde tas heeft gepakt en;
- vervolgens een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft gericht en aan die [slachtoffer 3] heeft getoond en;
- daarbij heeft gezegd "geef geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
wederrechtelijk verblijven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie/opslag/overslag van goederen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Feit 2
Onder 1 en 2
telkens, oplichting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Onder 3
diefstal, meermalen gepleegd
Feit 3
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
- een jeugddetentie van vier maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de algemene en bijzondere voorwaarden zoals deze zijn verzocht door de reclassering;
- een taakstraf van 90 uren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van [verdachte] . Hij is na detentie niet meer in aanraking geweest met politie en justitie en uit het NIFP rapport volgt dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van de feiten. Zij verzoekt de rechtbank om geen jeugddetentie op te leggen en af te zien van de voorwaarde die ziet op plaatsing in een instelling voor begeleid en beschermd wonen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de aan [verdachte] op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder op het volgende gelet.
Ernst van het feit
[verdachte] heeft zich allereerst schuldig gemaakt aan het samen met anderen wederrechtelijk verblijven in een container op een besloten containerterminal in de haven van Antwerpen. [verdachte] heeft geen legitieme reden voor zijn verblijf in die container gegeven Ten tweede heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan het meermalen medeplegen van bankpasfraude en met behulp van deze passen stelen van geld. De slachtoffers hebben schrik en overlast ervaren en hun vertrouwen is beschaamd. Daarnaast heeft hij van één van de slachtoffers ook sieraden meegenomen. De sieraden waren het slachtoffer erg dierbaar omdat er onder andere een sieraad bij zat van haar overleden man. Deze sieraden zijn onvervangbaar en door het handelen van [verdachte] verdwenen. De rechtbank rekent hem dit aan.
Tot slot heeft [verdachte] heeft, samen met anderen, geprobeerd om een snackbar te overvallen. Hierbij is het slachtoffer met een (nep-)vuurwapen bedreigd en is gezegd dat hij geld wilde. Dat het bij een poging is gebleven, is niet aan [verdachte] of de medeverdachten te danken. Dit komt doordat het slachtoffer zelf op dat moment snel kon handelen en ervoor zorgde dat de medeverdachte de snackbar weer verliet. Hoewel [verdachte] de afpersing niet zelf heeft gepleegd, heeft hij hier wel een groot aandeel in gehad. Hij heeft in de voorbereiding van deze overval een belangrijke rol gespeeld door onder andere het wapen te regelen. Daarnaast hebben hij en zijn medeverdachten een kwetsbare jongere voor hun karretje gespannen om de klus te klaren.
Door het handelen van [verdachte] en de medeverdachten is er een gevoel van angst en onveiligheid ontstaan bij het slachtoffer. [verdachte] en de medeverdachten hebben in het geheel niet nagedacht over het leed dat zij het slachtoffer hadden kunnen aandoen. Zij hebben vooral gedacht aan hun eigen persoonlijke en financiële belangen. De rechtbank rekent dit [verdachte] aan.
De rechtbank rekent het [verdachte] ook aan dat een gewapende overval tot grote onrust leidt en bovendien een grote inbreuk vormt op het gevoel van veiligheid van de bezoekers en medewerkers van het betreffende (buurt)cafetaria, maar ook in de maatschappij in het algemeen.
De rechtbank vindt het knap van [verdachte] dat hij ter zitting toch voor een deel opening van zaken heeft gegeven en hiermee zijn verantwoordelijkheid heeft genomen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van [verdachte] kennis genomen van:
  • een uittreksel uit de Justitiële Documentatie over [verdachte] van 8 maart 2024;
  • een Pro Justitia psychologisch onderzoek van 31 mei 2023, opgemaakt door A.I. de Zwart, GZ-psycholoog;
  • een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) van 28 september 2023, opgemaakt door G. Pos, raadsonderzoeker;
  • een rapport van SAVE van 8 april 2024, opgemaakt door [A] , jeugdreclasseringswerker.
Justitiële documentatie
Uit de uittreksel uit de Justitiële Documentatie blijkt dat [verdachte] niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Het advies van de GZ-psycholoog
Uit het rapport van de GZ-psycholoog volgt dat [verdachte] zwakbegaafd is waardoor het voor hem moeilijker is om oorzaak-gevolg verbanden te leggen en complexe situaties te overzien. Daarnaast heeft [verdachte] een matige norm overschrijdende gedragsstoornis. Er is sprake van een opportunistische en egocentrische grondhouding, hij heeft moeite met gezag en autoriteit en de gewetensfuncties zijn lacunair te noemen. Er lijkt eveneens sprake van een gebrekkige emotieregulatie. De GZ-psycholoog is van mening dat [verdachte] beperktere cognitieve vermogens en kenmerken van de norm overschrijdende gedragsstoornis aanwezig waren gedurende het plegen van de tenlastegelegde feiten. Bij een bewezenverklaring van de overval is het advies om [verdachte] het verminderd toe te rekenen. Ten tijde van dit onderzoek ontkende [verdachte] elke betrokkenheid bij de overval van de snackbar. De GZ-psycholoog kan daarom geen onderbouwde uitspraak doen over de mate van vermindering in het toerekenen. De andere feiten zijn niet aan de psycholoog voorgelegd.
Het recidiverisico wordt ingeschat als matig tot hoog. [verdachte] opportunistische en egocentrische grondhouding, moeite met gezag en autoriteit en de lacunaire gewetensfuncties zullen de kans op recidive niet verkleinen. Als [verdachte] in de problemen komt dan toont hij wel enig berouw en schaamte, maar voornamelijk vanwege de negatieve gevolgen voor hemzelf. Er lijkt sprake van een gebrekkige emotieregulatie. Daarnaast lijkt [verdachte] psychisch lijden te kunnen veinzen en manipulatief in te zetten om de nadelige gevolgen voor zichzelf en eigen verantwoordelijkheid af te zwakken. [verdachte] zwakbegaafdheid in combinatie met contacten met antisociale jongeren en crimineel circuit wordt als zeer risicovol beschouwd kijkend naar de kans op herhaling.
Het advies van de Raad
Uit het rapport van de Raad volgt dat het beeld van de hiervoor uiteengezette rapportage overeenkomt met de uitkomsten van het raadsonderzoek. Om de kans op recidive te verminderen is externe controle en toezicht van belang. De Raad is van mening dat ouders hierbij blijvend ondersteuning nodig hebben omdat ouders momenteel nog maar weinig grip en zicht hebben op het gedrag van [verdachte] . Het continueren van de jeugdreclasseringsmaatregel is daarom van belang.
Het advies van de jeugdreclassering
De jeugdreclasseringswerker heeft een rapport geschreven en is ook ter zitting verschenen om het een en ander toe te lichten. Er zijn veel zorgen over [verdachte] . Hij is beïnvloedbaar en kan risicovolle situaties van tevoren onvoldoende inschatten.
SAVE adviseert de rechtbank om een jeugddetentie op te leggen gelijk aan het deel dat [verdachte] al heeft vastgezeten en een voorwaardelijke detentie als stok achter de deur. [verdachte] is namelijk gevoelig voor externe druk om zich in te zetten voor de trajecten die voor hem worden opgelegd en die noodzakelijk zijn voor een positieve ontwikkeling. Ook blijkt uit de rapportage dat in de tussentijd een behandeling is ingezet door de Waag. Deze is inmiddels gestopt omdat de behandeling niet toereikend genoeg was. De Waag heeft aangegeven dat [verdachte] meer baat heeft bij een meer intensieve en integrale begeleiding in de dagelijkse praktijk, met aandacht voor structuur, duidelijkheid en overzicht. Ter voorkoming van miscommunicatie en verwarring kan het helpend zijn als iemand met [verdachte] meegaat naar afspraken die voor hem lastig te begrijpen zijn. Daarnaast is [verdachte] voor het reguleren van zijn spanningen en emoties gebaat bij een luisterend oor, geruststelling, aanmoediging en gesprekken die hem helpen orde te scheppen in zijn gedachten als de spanning toch oploopt. In de huidige situatie verloopt de afstemming tussen [verdachte] en zijn omgeving soms moeizaam. Om de ontwikkeling bij te sturen is ondersteuning nodig bij zelfredzaamheid, zelfzorg, dagstructuur, slaap/waak ritme, organiseren van taken en afspraken, opdoen van gezonde en veilige sociale contacten, het maken van verstandige en veilige keuzes in contact met anderen en het op een veilige manier omgaan met emoties en spanningen. Dit is nodig in een 24-uurs setting, aldus De Waag. SAVE adviseert daarom begeleiding door de William Schrikker Groep en plaatsing in een beschermd wonen voorziening. Ter zitting heeft de jeugdreclassering aangegeven dat het wenselijk is om een bijzondere voorwaarde toe te voegen die ziet op het hebben van een zinvolle dagbesteding.
[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat het nu best goed met hem gaat. Hij wil graag een opleiding gaan volgen maar weet nog niet welke opleiding. Hij heeft ter zitting ook verteld dat hij niet begeleid wil gaan wonen. Hij zegt dat hij niet wil samenwonen met jongeren van zijn leeftijd wegens zijn beïnvloedbaarheid. Ook vindt hij het te druk om samen te wonen met anderen. Tot slot zegt hij dat hij niet kan luisteren naar iemand die niet zijn baas, moeder of vader is.
De op te leggen straf
De GZ-psycholoog heeft in de rapportage opgenomen dat er geen uitspraak kon worden gedaan over de mate waarin [verdachte] verminderd toerekenbaar was omdat hij de feiten ontkende. Ter zitting heeft [verdachte] alsnog een bekentenis afgelegd. De rechtbank komt gelet op het voorgaande en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen tot de conclusie dat [verdachte] beperkt werd in zijn keuzevrijheid. Hierdoor kon hij niet geheel vrij zijn wil bepalen. De rechtbank acht [verdachte] daarom in een verminderde mate toerekeningsvatbaar ten aanzien van de overval.
Alles overwegend acht de rechtbank de eis passend en legt aan [verdachte] een jeugddetentie op van vier maanden, met aftrek van de tijd die [verdachte] in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Ook legt de rechtbank een taakstraf in de vorm van een werkstraf op voor de duur van 90 uren. [verdachte] hoeft dus niet terug naar de justitiële jeugdinrichting, tenzij hij de voorwaarden die zijn opgelegd niet nakomt.
De rechtbank verbindt aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarden zoals deze door SAVE zijn geadviseerd en door de officier van justitie zijn gevorderd, ook de voorwaarde die ziet op het beschermd wonen. De rechtbank heeft gehoord dat [verdachte] zich verzet tegen het beschermd wonen en heeft daarom goed nagedacht over de noodzakelijkheid van deze voorwaarde. Gelet op de ernst van de feiten en de problematiek die bij [verdachte] speelt vindt de rechtbank het toch van belang dat de jeugdreclassering de optie heeft om deze hulp in te zetten. Aan deze bijzondere voorwaarde voegt de rechtbank echter wel toe dat beschermd wonen alleen mag worden ingezet als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht. Op die manier kunnen [verdachte] en de jeugdreclassering eerst samen kijken wat de mogelijkheden nog zijn in de huidige setting. Tot slot zal de rechtbank, zoals ter zitting is besproken, aan de bijzondere voorwaarden de voorwaarde toevoegen dat [verdachte] een zinvolle dagbesteding moet hebben.
De rechtbank hoopt dat de bijzondere voorwaarden [verdachte] zullen helpen en dat er voldoende hulp en stabiliteit gevonden kan worden zodat hij thuis kan blijven wonen of dat hij een fijne plek ergens anders zal vinden waar hij kan wonen. Dit is belangrijk zodat hij vanuit daar kan werken aan zijn toekomst. Het voorwaardelijk deel van de jeugddetentie is bedoeld om [verdachte] ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen en om [verdachte] , gelet op de aanwezige problematiek, de noodzakelijk geachte begeleiding en behandeling in een verplicht kader op te leggen. De bijzondere voorwaarden zijn bedoeld om bij te dragen aan een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [verdachte] en (mede daardoor) ertoe bij te dragen dat [verdachte] zich in de toekomst niet opnieuw schuldig zal maken aan strafbare feiten. Gelet op de aanwezige problematiek van [verdachte] acht de rechtbank een proeftijd van twee jaren op zijn plaats.
Voorlopige hechtenis
Gelet op het voorgaande, zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 45, 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 138aa, 310, 317 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair en onder 5 primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 5 subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
-
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievan
120 (honderdentwintig) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van deze straf
90 (negentig) dagenniet zullen worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
- als algemene voorwaarden gelden dat [verdachte] :
 zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat [verdachte] gedurende de proeftijd:
  • meewerkt aan een avondklok van 19.00 uur tot 07.00 uur, waarbij [verdachte] dan zal verblijven op het adres [adres] te [woonplaats] . Dit geldt zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt;
  • meewerkt aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding heeft, zoals werk of school, zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt;
  • meewerkt aan plaatsing bij een intensieve vorm van begeleid/beschermd wonen binnen ’ [instelling] of soortgelijke instelling, indien en zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
  • meewerkt aan begeleiding vanuit Surant;
- waarbij aan de gecertificeerde instelling, te weten William Schrikker Groep, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een
werkstraf, van
90 (negentig) uren;
- beveelt dat voor het geval [verdachte] de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 45 (vijfenveertig) dagen jeugddetentie.
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.C. Kool, voorzitter tevens kinderrechter, mrs. S.C. Hagedoorn en H. den Haan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Q.A.A. Sanders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 april 2024.
Mr. V.C. Kool is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 15 november 2022 te Antwerpen (België) en/of Kallo (België) en/of Beveren (België), in elk geval in België en/of Almere , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van België en/of Nederland brengen, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, en/of het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen

van dat feit, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk

- (telefonisch) contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een bespreking en/of een ontmoeting gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet en/of
- zich in Almere laten ophalen en/of laten meenemen in een auto naar/in de richting van Antwerpen en/of
- zich op en/of nabij het terrein van de firma [bedrijf] , [terminal] , laten afzetten en/of laten ophalen en/of
- (een) smartphone(s) en/of levensmiddelen en/of drinken en/of toiletpapier en/of verlichting en/of (een) breekmes(sen) en/of (een) kniptang(en) en/of een zegellood en/of (een) spanriem(en) en/of (een) containerslot(en), in elk geval gereedschap(pen), voorhanden gehad en/of
- telefonisch en/of per (groeps)chat contact onderhouden met één of meer (mede)dader(s) en/of
- geld in het vooruitzicht gesteld gekregen en/of ontvangen en/of
- zich in een (Trojaanse) container begeven om op het terrein van de firma [bedrijf] [terminal] te geraken en/of
- (gebruik makens van een (Trojaanse) container) het terrein van de firma [bedrijf] [terminal] (onbevoegd) betreden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 november 2022 te Antwerpen (België) en/of Kallo (België) en/of Beveren (België), in elk geval in België, tezamen en in vereniging wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten in een container gelegen op het met hekken omgeven terrein van de firma [bedrijf] , gelegen aan de [adres] , in de haven van Antwerpen, terwijl verdachte zich de toegang had verschaft tot die besloten plaats door middel van inklimming;
Feit 2
hij op of omstreeks 14 februari 2023 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een bankpas, waarbij, hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n), zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- telefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde [slachtoffer 1] en zich daarbij heeft voorgedaan als mevrouw [naam] van de (rabo)bank en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat onbekenden 1400 euro van haar rekening proberen af te schrijven en de bankpas van die [slachtoffer 1] naar Utrecht gestuurd moet worden en/of dat er (daarom) iemand bij de woning van die [slachtoffer 1] de bankpas komt ophalen en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 1] is gegaan en aldaar door voornoemde [naam] , althans de medeverdachte, telefonisch aan die [slachtoffer 1] is bevestigd dat dit de persoon is die de bankpas komt ophalen en/of
- (vervolgens) de bankpas heeft meegenomen;
Feit 3
hij op of omstreeks 14 februari 2023 te [plaats] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van (enig) goed, te weten een bankpas en/of sieraden, waarbij, hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n), zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- telefonisch contact heeft opgenomen met voornoemde [slachtoffer 2] en zich heeft voorgedaan als een medewerkster van de Rabobank en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat een Duits bedrijf 1400 euro van haar rekening probeert af te schrijven en de bankpas van die [slachtoffer 2] geblokkeerd moet worden en/of dat er (daarom) een medewerker van de Rabobank bij de woning van die [slachtoffer 2] de bankpas komt ophalen en/of
- die [slachtoffer 2] een verzekering heeft aangeboden voor sieraden waarbij deze sieraderen (eerst) getaxeerd moeten worden en/of deze dienen te worden meegegeven bij de bankpas en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 2] is gegaan en/of (vervolgens) handelingen gepleegd (middels Rabobank bankieren) op de laptop/computer van die [slachtoffer 2] en/of
- (vervolgens) de bankpas en/of sieraden heeft meegenomen;
Feit 4
hij, op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 14 februari 2023 te [plaats] (telkens) een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een
valse sleutel, door telkens een pinpas die niet op zijn, verdachtes, naam was gesteld, telkens in geld-/pin-/betaalautomaten te steken en/of telkens een aan de rechtmatige houder van die pas opgegeven pincode in te toetsen en/of telkens met
behulp van die pinpas en/of pincode geld weg te nemen van telkens de houder van
de rekening;
Feit 5
hij op of omstreeks 23 februari 2023 te Almere , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om geld en/of (andere) waardevolle goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [snackbar] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met één of meer van zijn mededader(s)
- naar voornoemde snackbar is/zijn gelopen en/of
- met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas en/of een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de nabijheid van/rondom voornoemde snackbar heeft/hebben (rond)gelopen en/of
- (vervolgens) met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas inhoudende een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) voornoemde snackbar is/zijn binnengegaan en/of
- (vervolgens) in voornoemde snackbar een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) uit voornoemde tas heeft/hebben gepakt en/of
- (vervolgens) een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) op het lichaam van die [slachtoffer 3] , in elk geval naar/op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben getoond en/of
- (daarbij) heeft/hebben gezegd "geef geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2023 te Almere , in elk geval in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en/of (de eigenaar en/of medewerker van) de [snackbar] te dwingen
tot de afgifte van geld en/of (andere) waardevolle goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] en/of voornoemde snackbar en/of een derde toebehoorde(n), met één of meer van zijn mededader(s)
- naar voornoemde snackbar is/zijn gelopen en/of
- met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas en/of een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de nabijheid van/rondom voornoemde snackbar heeft/hebben (rond)gelopen en/of
- (vervolgens) met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas inhoudende een (op

een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) voornoemde snackbar is/zijn binnengegaan en/of

- (vervolgens) in voornoemde snackbar een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) uit voornoemde tas heeft/hebben gepakt en/of
- (vervolgens) een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) op het lichaam van die

[slachtoffer 3] , in elk geval naar/op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben getoond en/of

- (daarbij) heeft/hebben gezegd "geef geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
- op de uitkijk heeft gestaan,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [verdachte] op of omstreeks 23 februari 2023 te Almere , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om geld en/of (andere) waardevolle goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [snackbar] , in elk geval aan een ander dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [verdachte] toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- naar voornoemde snackbar is/zijn gelopen en/of
- met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas en/of een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de nabijheid van/rondom voornoemde snackbar heeft/hebben (rond)gelopen en/of
- (vervolgens) met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas inhoudende een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) voornoemde snackbar is/zijn binnengegaan en/of
- (vervolgens) in voornoemde snackbar een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) uit voornoemde tas heeft/hebben gepakt en/of
- (vervolgens) een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) op het lichaam van die [slachtoffer 3] , in elk geval naar/op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben getoond en/of
- (daarbij) heeft/hebben gezegd "geef geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 2 februari 2023 tot en met 23 februari 2023 te Almere , in elk geval in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door

- in (een) chatgesprek(ken) over een plan en/of (een) potentiële pleger(s) en/of (een) potentiële pleegplaats(en) te spreken/schrijven/typen en/of
- mee te gaan/te lopen naar de snackbar en/of
- donkere en/of gezichtsbedekkende kleding te dragen en/of
- die [medeverdachte 1] aan te sporen en/of te dwingen naar de snackbar te gaan en/of
- die [medeverdachte 1] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) te verschaffen en/of
- de pinpas van die [medeverdachte 1] mee te nemen en/of
- weg te rennen;
- op de uitkijk heeft gestaan;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [verdachte] op of omstreeks 23 februari 2023 te Almere , in elk geval in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [verdachte] voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en/of (de eigenaar en/of medewerker van) de [snackbar] te dwingen tot de afgifte van geld en/of (andere) waardevolle goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] en/of voornoemde snackbar en/of een derde toebehoorde(n),
- naar voornoemde snackbar is/zijn gelopen en/of
- met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas en/of een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de nabijheid van/rondom voornoemde snackbar heeft/hebben (rond)gelopen en/of
- (vervolgens) met gezichtsbedekkende kleding en/of een tas inhoudende een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) voornoemde snackbar is/zijn binnengegaan en/of
- (vervolgens) in voornoemde snackbar een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) uit voornoemde tas heeft/hebben gepakt en/of getoond en/of
- (vervolgens) een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) op het lichaam van die [slachtoffer 3] , in elk geval naar/op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of
- (daarbij) heeft/hebben gezegd "geef geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 2 februari 2023 tot en met 23 februari 2023 te Almere , in elk geval in het arrondissement Midden-Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- in (een) chatgesprek(ken) over een plan en/of (een) potentiële pleger(s) en/of (een) potentiële pleegplaats(en) te spreken/schrijven/typen en/of
- mee te gaan/te lopen naar de snackbar en/of
- donkere en/of gezichtsbedekkende kleding te dragen en/of
- die [medeverdachte 1] aan te sporen en/of te dwingen naar de snackbar te gaan en/of
- die [medeverdachte 1] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) te verschaffen en/of
- de pinpas van die [medeverdachte 1] mee te nemen en/of
- weg te rennen;
- op de uitkijk heeft gestaan.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte in België opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het ‘Algemene gedetailleerde inventaris van de gerechtelijke stukken’ van 7 maart 2023, genummerd 2022/231/3, opgemaakt door de Rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, genummerd pagina 1 tot en met 267.
2.Pagina’s 9 tot en met 22.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 augustus 2023, genummerd PL0600-2023080784, opgemaakt door politie Eenheid Oost-Nederland, genummerd pagina 1 tot en met 114. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
4.Pagina’s 6 en 7.
5.Pagina’s 20 en 21.
6.Pagina’s 104 tot en met 114.
7.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 12 mei 2023, genummerd MD2R023032 (onderzoek [verbalisant 4] ), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, genummerd pagina 1 tot en met 381. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
8.Pagina’s 152-154.
9.Pagina’s 9 tot en met 22.
10.Pagina’s 107 tot en met 118.
11.Pagina’s 255 tot en met 287.
12.Pagina’s 204 tot en met 210