Uitspraak
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
de minister van Financiën (Belastingdienst/Toeslagen), de minister
Inleiding
Beslissing
Overwegingen
mr. M. Ait-Imchi, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 april 2024.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 15 april 2024, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van de minister van Financiën om haar schuld aan de ING bank over te nemen. Eiseres, die gedupeerd is door de kinderopvangtoeslagenaffaire, had een schuld van € 2.886,93 op haar studentenkrediet. De minister weigerde de schuld over te nemen omdat deze niet vóór 1 juni 2021 opeisbaar was. De rechtbank heeft het beroep behandeld in aanwezigheid van eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister. Na de zitting heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelt dat de minister de schuld niet hoefde over te nemen, omdat de wet hersteloperatie toeslagen (Wht) expliciet de voorwaarde stelt dat de schuld opeisbaar moet zijn. Eiseres had haar schuld afgelost met compensatie van de Catshuisregeling, maar de rechtbank stelt vast dat de schuld niet aan de voorwaarden voldeed. De rechtbank erkent de moeilijke situatie van eiseres, maar benadrukt dat zij gebonden is aan de wet en geen ruimte heeft om hiervan af te wijken zonder bijzondere omstandigheden.
Eiseres had ook een beroep gedaan op de hardheidsclausule, maar de rechtbank oordeelt dat er geen onbillijkheid van overwegende aard is die toepassing van deze clausule rechtvaardigt. De rechtbank concludeert dat er geen schending is van algemene beginselen van behoorlijk bestuur, aangezien eiseres haar stellingen niet heeft onderbouwd. De uitspraak eindigt met de mededeling dat het beroep ongegrond is verklaard, en dat eiseres geen griffierecht of proceskosten vergoed krijgt. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.