ECLI:NL:RBMNE:2024:2804

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
UTR 23/4535
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig nemen van besluit op verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid

Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. Eiser had op 15 september 2023 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Verweerder had op 16 oktober 2023 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.

De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene in beroep kan gaan, mits hij eerst een ingebrekestelling heeft gestuurd. Eiser had zijn verzoek op 20 juli 2023 ingediend en verweerder had uiterlijk op 31 augustus 2023 moeten beslissen. De rechtbank constateert dat deze termijn is overschreden en dat eiser verweerder op 1 september 2023 in gebreke heeft gesteld. Eiser heeft vervolgens op 15 september 2023 beroep ingesteld.

Verweerder heeft op 4 oktober 2023 alsnog een besluit genomen, waardoor het procesbelang bij het beroep is komen te vervallen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, maar bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- moet vergoeden. Voor een proceskostenvergoeding is er geen aanleiding. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4535

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 mei 2024 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser van 15 september 2023 omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo).
Op 16 oktober 2023 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een verzoek of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn verzoek of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Eiser heeft zijn verzoek ingediend op 20 juli 2023. Verweerder moet binnen vier weken beslissen op het verzoek. Dat staat in artikel 4.4, eerste lid, van de Woo. Op 31 juli 2023 heeft verweerder de beslistermijn verdaagd met twee weken op grond van artikel 4.4, tweede lid, van de Woo. Verweerder had dus uiterlijk op 31 augustus 2023 moeten beslissen. De rechtbank stelt vast dat deze beslistermijn is overschreden. De rechtbank stelt verder vast dat eiser verweerder op
1 september 2023 in gebreke heeft gesteld en dat sindsdien twee weken zijn verstreken. Eiser heeft op 15 september 2023 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek.
4. De rechtbank stelt vast dat verweerder op 4 oktober 2023 alsnog een besluit heeft genomen op het verzoek van eiser. Daarmee is het procesbelang bij het beroep omtrent het niet tijdig nemen van een besluit komen te vervallen.
5. De rechtbank zal daarom het beroep in zoverre niet-ontvankelijk verklaren.
6. De rechtbank bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht van € 184,- moet vergoeden.
7. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- bepaalt het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk voor zover het is gericht op het alsnog nemen van een besluit;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- dat eiser heeft betaald moet betalen;
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2024.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.