ECLI:NL:RBMNE:2024:2958
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning voor nieuwbouw kindcentrum
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het besluit van 21 februari 2024 behandeld. Dit besluit betreft de verlening van een omgevingsvergunning door het college van de gemeente Gooise Meren voor de nieuwbouw van een kindcentrum op een specifieke locatie in de gemeente. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoekers geen bezwaarschrift hebben ingediend bij het college, wat een vereiste is voor de ontvankelijkheid van het verzoek. De voorzieningenrechter legt uit dat de connexiteit tussen het verzoek om voorlopige voorziening en het bezwaar tegen het primaire besluit essentieel is. Verzoekers hebben geen bewijs geleverd van een ingediend bezwaarschrift, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier om dit te verduidelijken. Hierdoor kan de rechtbank niet anders dan het verzoek niet-ontvankelijk verklaren. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat, conform de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht.