ECLI:NL:RBMNE:2024:2961
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 mei 2024, betreft het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 51,- niet heeft betaald, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld zonder betaling van het griffierecht.
De rechtbank heeft eiseres op 17 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief werd echter als onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 12 maart 2024 per gewone post verzonden, met de waarschuwing dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Eiseres heeft geen reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, en de rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen.
Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.