In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 7 mei 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld, die op 31 juli 2023 in beroep is gegaan omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 10 juli 2023 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eiseres heeft op 14 juli 2023 verweerder in gebreke gesteld, waarna de termijn voor een beslissing is verstreken. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, wat betekent dat een zitting niet nodig is.
De rechtbank heeft overwogen dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet sturen. Eiseres heeft dit correct gedaan, maar verweerder heeft zijn verplichtingen niet nagekomen. De rechtbank legt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en bepaalt dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiseres vergoeden en een bedrag van € 218,75 aan proceskosten betalen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing. De rechtbank benadrukt dat de beslissing in het openbaar is uitgesproken en dat de griffier verhinderd is om de uitspraak te ondertekenen.