ECLI:NL:RBMNE:2024:3045
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 maart 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van de verweerder, dat op 17 november 2023 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet had betaald. Dit griffierecht is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiser op 10 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet had ontvangen en eiser geen geldige reden had opgegeven voor de niet-betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De hoofdregel is dat als het griffierecht niet op tijd wordt betaald, de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.
In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen geldige reden was voor de niet-betaling van het griffierecht. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser kreeg geen gelijk en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.