ECLI:NL:RBMNE:2024:3106
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van een besluit
Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/1556. Eiser heeft op 8 maart 2023 een beroep ingediend, maar heeft geen kopie van het bestreden besluit overgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen zoals vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft eiser in een brief van 20 juni 2023 verzocht om het verzuim te herstellen binnen vier weken. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief, en de brief is retour gekomen met de mededeling dat eiser op het opgegeven adres niet woont. Dit wijst erop dat het door eiser opgegeven adres onjuist is, evenals het doorgegeven telefoonnummer. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals ook vermeld in artikel 8:54 Awb.
De rechtbank heeft beslist dat eiser geen gelijk krijgt en dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier, en is uitgesproken in het openbaar. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.