ECLI:NL:RBMNE:2024:3112
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van een kopie van het besluit en een persoonlijk ondertekend beroepschrift
Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/2538. Eiser heeft op 14 april 2023 een beroepschrift ingediend, maar heeft geen kopie van het besluit waartegen hij in beroep gaat opgestuurd en het beroepschrift niet persoonlijk ondertekend. Hierdoor voldoet het beroepschrift niet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiser op 19 juni 2023 en op 25 juli 2023 per aangetekende post verzocht om binnen vier weken de ontbrekende documenten aan te leveren, maar eiser heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Gezien het feit dat het beroepschrift niet aan de vereisten voldoet, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldige redenen zijn voor het niet indienen van de benodigde documenten.
Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 14 mei 2024.