ECLI:NL:RBMNE:2024:3176

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
22 mei 2024
Zaaknummer
C/16/570182 / JL RK 24-123
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.M. Janssen - Witteveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige zorgregeling en omgangsregeling voor minderjarige in het kader van een loyaliteitsconflict

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, wordt een voorlopige zorgregeling vastgesteld voor een minderjarige, geboren in 2011, die zich in een loyaliteitsconflict bevindt tussen zijn ouders. De kinderrechter heeft op 24 april 2024 uitspraak gedaan in de zaak waarin de gecertificeerde instelling (GI) verzocht om een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij zijn moeder. De kinderrechter heeft de procedure gestart na een verzoekschrift van de GI, dat op 23 januari 2024 is ingediend, en na een mondelinge behandeling op 10 april 2024.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de omgang tussen de vader en de minderjarige goed verloopt, maar dat de minderjarige zich in een loyaliteitsconflict bevindt. De vader heeft verzocht om een uitbreiding van de omgang, terwijl de moeder zich verzet tegen deze uitbreiding en vindt dat de stem van de minderjarige gehoord moet worden. De kinderrechter heeft overwogen dat, hoewel de minderjarige tevreden is met de huidige regeling, het in zijn belang is om nu al een uitbreiding van de omgang te realiseren. De kinderrechter heeft besloten dat de minderjarige de komende drie maanden om de week van zaterdag 13.00 uur tot zondag 11.00 uur bij zijn vader verblijft, met de mogelijkheid om de regeling te evalueren.

De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat beide ouders de minderjarige steunen in deze regeling en dat de uitbreiding zorgvuldig gemonitord wordt. De beslissing over de definitieve verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is aangehouden voor de duur van drie maanden, in afwachting van verdere evaluatie en advies van de GI. De beschikking is openbaar uitgesproken op 8 mei 2024, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/570182 / JL RK 24-123
Datum uitspraak: 24 april 2024
Beschikking van de kinderrechter over de vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING, gevestigd te Lelystad,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat mr. A. Stoel te Dronten,
[vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. A.L. Witteveen te Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 23 januari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op
10 april 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat;
- mevrouw [A] namens de GI.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 december 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 23 augustus 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, inclusief de verdeling van de vakanties en feestdagen, vast te stellen, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft haar verzoek tijdens de zitting gehandhaafd. Zij vindt het belangrijk dat de omgang met de vader genormaliseerd wordt en er meer een op een contact kan zijn tussen de vader en [minderjarige] . De GI geeft aan dat de omgang tussen de vader en [minderjarige] goed verloopt en dat het tijd is voor een volgende stap.
4.2.
De vader is het eens met het verzoek van de GI. Hij wil graag een langer omgangsmoment met [minderjarige] , inclusief overnachting. De vader wil ook graag een rol spelen in de opvoeding van [minderjarige] en dit is lastig wanneer er alleen op zaterdag een aantal uur omgang is. De vader vindt dat deze stap al eerder genomen had moeten worden. Daarnaast geeft de vader aan dat [minderjarige] nu zijn familie (vaderszijde) amper kan zien.
4.3.
De moeder is het niet eens met de uitbreiding en vindt primair dat het verzoek afgewezen moet worden. De moeder vindt dat de stem van [minderjarige] gehoord dient te worden en [minderjarige] geeft aan dat hij het goed vindt zoals het nu is. De moeder ziet dan ook geen reden om de omgang uit te breiden, zeker nu er nog geen evaluatie vanuit de Omega Groep heeft plaatsgevonden over de stem van [minderjarige] .

5.De beoordeling

5.1.
Er loopt al jaren een ondertoezichtstelling en er is veel gebeurd tussen de ouders. De ouders en de GI zijn het erover eens dat [minderjarige] zich (nog steeds) in een loyaliteitsconflict bevindt. [minderjarige] geeft aan dat hij de omgang met de vader zoals deze nu is, namelijk om de week op zaterdag van 10.00 uur tot 19.00 uur bij de vader thuis, voldoende vindt. De GI merkt daarbij op dat het door het loyaliteitsconflict lastig is om in te schatten wat daadwerkelijk de wens van [minderjarige] is. Om die reden is vanaf januari 2024 de Omega Groep ingeschakeld en heeft [minderjarige] een kindercoach toegewezen gekregen die er echt alleen voor [minderjarige] is. Op dit moment kan deze kindercoach nog niet goed vaststellen wat de daadwerkelijke wens van [minderjarige] is, omdat zij nog niet lang genoeg betrokken is. De ondertoezichtstelling loopt in augustus af en er is goede hoop dat deze hierna niet meer verlengd hoeft te worden. Ook omdat de ouders momenteel in de afrondende fase zitten van een solo parallel ouderschapstraject.
5.2.
De kinderrechter beoordeelt of het in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt vastgesteld, zoals voorgesteld door de GI. De kinderrechter vindt het belangrijk dat er een zorgregeling wordt vastgesteld waar beide ouders achter gaan staan en die duidelijk is voor [minderjarige] . Ook voor het solo parallel ouderschapstraject is het wenselijk dat er een bestendige zorgregeling vastgesteld wordt, waarin ook de verdeling van de vakanties en feestdagen meegenomen wordt. De kinderrechter hoopt dat dat rust brengt tussen de ouders.
5.3.
Hoewel er nog geen advies is vanuit de Omega Groep en [minderjarige] tevreden is met de bestaande regeling, vindt de kinderrechter het in [minderjarige] belang dat er nu toch al een uitbreiding van de omgang komt. De omgang tussen [minderjarige] en zijn vader verloopt goed en er zijn geen contra-indicaties om de omgang niet uit te breiden. Met het oog op het hopelijk naderende einde van de ondertoezichtstelling vindt de kinderrechter het belangrijk nu een stap te zetten in de uitbreiding van de omgang. Het is nu niet goed voor [minderjarige] om de keuze tot wel of niet uitbreiden bij hem neer te leggen vanwege het loyaliteitsconflict waarin hij zit en waardoor hij voor zijn gevoel nooit iedereen tevreden kan stellen. Daarom zal de kinderrechter de beslissing nemen zodat iedereen weet waar hij aan toe is, ouders én [minderjarige] .
5.4.
Het is wel belangrijk dat er rustig opgebouwd wordt en dat de uitbreiding zorgvuldig gemonitord wordt. Om die reden zal de kinderrechter voorlopig bepalen dat [minderjarige] de komende drie maanden om de week omgang heeft met zijn vader van zaterdag 13.00 uur tot zondag 11.00 uur. Op deze manier krijgt [minderjarige] de kans om voldoende tijd met zijn vader door te brengen en kan hij ook zijn familie (vaderszijde) zien. De kinderrechter vindt het (nu nog) een te grote stap gaan om te bepalen dat [minderjarige] twee nachten achter elkaar bij zijn vader slaapt. Voordat die stap gezet wordt wil de kinderrechter eerst afwachten hoe één overnachting verloopt, hoe het ouders lukt om [minderjarige] daarin te steunen en wat het advies vanuit de Omega Groep is. Het is belangrijk dat beide ouders aan [minderjarige] laten blijken dat zij achter hem staan bij het uitvoeren van deze voorlopige regeling. Alleen met steun van allebei zijn ouders kan [minderjarige] met plezier bij zijn beide ouders zijn. De kinderrechter zal het verzoek met betrekking tot de vakanties en feestdagen aanhouden in afwachting van het verloop van de uitgebreidere voorlopige zorgregeling.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
bepaalt als voorlopige zorgregeling dat [minderjarige] een keer in de twee weken van zaterdag 13.00 uur tot zondag 11.00 uur bij de vader verblijft;
6.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
houdt het verzoek over de definitieve verdeling van de zorg- en opvoedingstaken aan voor de duur van
drie maanden.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.M. Janssen - Witteveen, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024, in aanwezigheid van mr. I.R.S. Salomé als griffier.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.