3.3.In het [organisatie 2] -rapport van 3 januari 2023 staat onder meer het volgende:
“(…)
Traumachirurgisch onderzoek
(…)
Maximale knijpkracht (…)
Re 28 kgf Li 18 kgf (betrokken is rechtshandig dominant)
(…)
Neurologisch onderzoek
(…)
Er kan een volledige en krachtige vuist links gemaakt worden met iets minder kracht dan rechts bij rechtshandig zijn.
Beoordeling kracht van de afzonderlijke spiergroepen:
(…)
Parese m. ext. Carpi radialis longus en brevis kracht graad 4- (…)
Parese m. ext. Carpi ulnaris kracht graad 3½
Parese m. ext. Pollices longus en brevis kracht graad 3+
Parese m. Abd. Pollis kracht graad 4
Parese m. ext. Dig comm dig II t/m V kracht graad 3½
Sensibiliteit
Er wordt een hypaesthesie/dysaesthesie aangegeven over het verzorgingsgebied van de r. superficialis n. radialis.
VI. SAMENVATTING
(…)
Actueel is er onverminderd sprake van krachtsverlies in de pols- en vinger-extensoren, de duim extensie en abductie, passend bij een persisterende partiële uitval van de n. radialis links. Dit leidt tot verminderde mogelijkheden t.a.v. kracht zetten met de linker pols/hand en vingers, fijne werkzaamheden met de vingers (m.n. duim en dig II en III) en een duurbelasting beperking van de gehele linkerarm.
(…)
Er is daarnaast ook een beperkte sensibele uitval, maar die leidt niet tot evident functieverlies.
VII. BESPREKING
(…)
Al langer bekend uit de literatuur is dat de n. radialis van de drie innerverende zenuwen van de arm/hand, de zenuw is die na letsel het slechtste hersteld. In die zin is de mate van het partiële herstel van de n. radialis bij betrokkene dan ook opmerkelijk te noemen.
Niettemin is er sprake van een persisterende uitval voor wat betreft m.n. het motorische deel met krachtsverlies in de pols- en vingerstrekkers, evenals in de duim strekkers en abductor links. Dit leidt tot direct krachtsverlies bij handelingen waarbij kracht gezet moet worden met de pols/hand (stabilisatie van de pols door de extensoren is daarbij noodzakelijk), evenals bij fijne werkzaamheden met de linkerhand met kracht zetten (m.n. met inzet van de duim). Daarnaast is er sprake van duurbelasting beperkingen bij kracht zetten, langdurige statische belasting van de linkerarm/pols/hand, die goed te verklaren is door de maar partiële re-innervatie van de spieren geïnnerveerd door de gelaedeerde n. radialis.
M.a.w. de aangegeven beperkingen van de functionele mogelijkheden ten aanzien van (…) zwaarder tillen en dragen met links en langer boven schouderniveau werken (i.v.m. de handfunctie) links, zijn als reëel in te schatten.
In verzekeringsgeneeskundige opzicht is er voor gangbare arbeid, rekening houden met de aangegeven beperkingen, geen noodzaak tot een aanvullende urenbeperking.
BEANTWOORDING VAN DE SPECIFIEKE VRAAGSTELLINGEN
Consistentie
(…)
Antwoord:
d. Er is sprake van onderlinge consistentie tussen de informatie van betrokkene en de informatie uit de beschikbaar gestelde medische documentatie.
Diagnose
(…)
Antwoord:
(…)
Status na behandeling van de fractuur met plaatosteosynthese materiaal met als complicatie:
Ernstige axonotmesis n. radialis, distaal van de aftakking naar de m. Triceps.
Partieel functieherstel van de door de n. radialis geïnnerveerde spieren.
Persisterende paresen van pols- en vingerextensoren, duim-strekkers en abductor links.
Persisterend gevoelsverlies in het verzorgingsgebied van r. superior n. radialis links.
Duurbelasting beperkingen van de linker arm/pols zowel statisch als actief.
Functiebeperkingen van dig I t/m V van de linkerhand.
De fractuur is in 10° antecurvatie geconsolideerd.
Persisterende extensie beperking van de linker elleboog met 10°.
Exorotatie beperking in de linker schouder van 35° e.c.i.
Invaliditeit
(…)
Antwoord:
In neurologisch opzicht:
Volgens de richtlijnen van de NVN (…) is er volgens tabel 4.2 (…) sprake van een graad 4 sensibele stoornis in het verzorgingsgebied van de linker n. radialis, overeenkomend met 26-60%.
Volgens tabel 4.3 is er sprake van een graad 3-4 krachtsverlies, overeenkomend met 1-50%.
Volgens tabel 4.4 (…) kan voor een letsel van de n. radialis (…) een maximaal percentage verlies door sensibele stoornis van 5% BE en een maximaal percentage van 35% BE voor de motorische stoornis worden toegekend. Het percentage motorische uitval van de n. radialis wordt bepaald op 40 procent van de maximale 35% BE, overeenkomend met 14% BE.
Het percentage sensibele uitval van de n. radialis wordt bepaald op 40 procent van de maximale 5% BE, overeenkomend met 2% BE.
Volgens de combinatietabel (…) is er sprake van een percentage van 16% blijvende invaliditeit van de bovenste extremiteit, overeenkomend met 10% BIGP (…).
Het percentage BIGP voor het neuroligisch letsel wordt bepaald op 10% BIGP.
In traumachirurgisch opzicht:
(…) 1% BIGP.
In totaal is er in neurologisch en traumachirurgisch opzicht sprake van 10% + 1% = 11% BIGP.
Beperkingen
(…)
Antwoord:
(…) verwijzen wij (…) naar (…) Functionele Mogelijkheden Lijst (…) als bijlagen (…)
Medische eindsituatie
(…)
Antwoord:
(…) medische eindsituatie. (…)”