Op 6 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. I.N.D.J. Rissema, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren, vertegenwoordigd door F.W. Hoffmann. De zaak betreft een beroep van eiser omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser verweerder op 27 juni 2023 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een beslissing moet nemen op het bezwaar van eiser. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep is gegrond verklaard, wat betekent dat eiser recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 184,-. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om wettelijke rente over deze bedragen toe te kennen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter M. Eversteijn in aanwezigheid van griffier L. Beijerinck.